Ik sprak de
nacht en vroeg hem
of ik voor deze
ene keer mijn ego
even lekker
de vrije loop, en eer
ik het
besefte ging het licht aan
beschenen honderden
sterren
mij tot een zalig
uiterlijk vertoon,
een bundel
vol van schoonheid
waar mijn
ziel beroerd van werd
en ik lachte
Sneeuwwitje voorbij
met een
halfvergaan spiegelbeeld
als was ik
de mooiste vijftiger ooit
die
sprookjesland bezeten had
danste
heupwiegend met prinsen
uit hoogstaande
kikkergeneraties,
mijn gladgeschoren
benen boven
hooggehakte
struikelmuiltjes
tot mijn ego
opgeklopt tot fresco
waar muren
geen draagvlak meer,
mijn beeld
enkel nog weerbarstig
door overvloedig
cadmiumrood
en omwille van
mijn eigenheid
toonde ziel
zich plotsklaps meester,
gaf ik de
nacht zijn pracht terug
opdat dromen
beter in het donker.
© JELOU