Wanneer
onmacht schrijnt
omheind door
dovenetels
zo zalf het
hoofd met olie
opdat gedachtegangen
weer soepelheid
van geest
de eigenheid
van leven
weer een
brandende fakkel
vlammend vol
elan
mistroostigheid
verzwelgend
Vraag niet
naar gerechtigheid
zij ligt
allengs vertrapt
in dorre
dollarsteppen
waar waarde
slechts nog geldt
voor éénogige
koningen
blindheid een
tunnelvisie
om tegenliggers
te voorkomen
het asfalt zó
geplaveid
dat handhaving
geen aquaplaning
Neem enkel
beide handen
hoezeer zij
leegheid wringen
in opgelegde
ruimteketens
en tel gekerfde
levenslijnen
in onaangeraakt
verstild
de eigenheid
van leven
een statisch
ontzielde uitkomst
waar de som
der delers
hartvochtig schreeuwt
om vrij, nabij.
© JELOU