woensdag 12 september 2012

OOG OM OOG



Hij telt ze één voor één
de ogen die hem kwellen

Achter het doek waar schijn en waan
verwarrend fijn geweven
zoekt hij de kleur van lief, zo lief
en waar, o waar is zij
in onvoorwaardelijk dichtbij en

tussen mazen door het licht
wat ogen vreemd doet dwingen
zijn kant op kijken, haast verdacht

zijn lach verstomd door lood het hart
om dat wat zij niet weten

Hij splijt de wereld, scheurt het doek
rijt blikken stuk die grijnzen
de geur van dood op hun gelaat
waar schuld weerkaatst in zoete schijn,
de pijn van lief beboet.

De ogen die hem kwellen
hij telt ze één voor één

de kassen leeg, de holtes rood
de handen vol pupillen
proeft hij de kleur van wraak, de smaak
een bittere, gestilde,
om wat moet ik nu zonder haar.

© JELOU

2 opmerkingen:

  1. Wat een mooi gedicht weer Jenette,
    alleen twijfel ik nog of het mooi mooi is of triest mooi. Wat denk jij?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hey Wouter:-)

    De woorden zijn misschien mooi, maar de inhoud triest. Het beschrijft iemand die doordraait na een trauma; noem het psychopatisch. Maar dit onderwerp intrigeert mij. Vandaar.

    BeantwoordenVerwijderen