Ooit liet ik mij vertellen
- mijn vader was gehaaid
en ik nogal naïef –
dat wanneer ik niet lief
hij mij zich nader trok
zijn vingers in mijn neuze
en dat er daarom reuze
gaten waren ontstaan
in mijn reukzinorgaan
net als mijn grote oren
want wilde ik niet horen
dan trok hij hard daaraan
en ik, zeer goedgelovig
heb heel erg lang gedacht
dat zonde mij dit bracht
doch toen ik eeuwen later
wat kiekjes had gezien
van zijn familiemeute
besefte ik vol vreugde
dat het een kwestie was
van doorgegeven genen
en God sloeg zich de benen
lag krom en in een deuk
om mijn naïviteit
sindsdien ben ik bevrijd
en heb met groot genoegen
naast vaders urn gekrast:
hier ligt een vreemde gast
zijn humor bijgesloten
opdat de Heer het past.
© JELOU
Geen opmerkingen:
Een reactie posten