Het is weer bijna
bongelnacht
dan wringt men zich vol wrongelkracht
pijlsnel de paal in ’t plompenat
om één-twee-hup te wuppen
men wrikt en wrukt en wroet
omhoog
de knieën kniezebietend
knooks
de schenkels schuivend langs
het loog
de dijen danig scrubbend
het is de kunst om kop en
kont
ver boven ’t veld naar ’t
hemelfront
te trekken tot de stok
terstond
rechtstandig boven ’t water
zodra de pielemans de paal
voelt hellen naar
horizontaal
bongelt hij bodemwaarts nogmaals
toortsig trekwerk voor later
dan voert de nok een
nanokoers
waar wrongelkracht gewupt
platvloers
gebungeedumpt wordt op z’n
boers
met neuze in den vlaaie
wanneer dit werk’lijk waar
een feit
wint men de
bongelwuppenstrijd
want landen in een wei vol schijt
- het grazend dier den aars
ten spijt -
regeert het pootje-baaien.
© JELOU
hahaaa leuk!! :-)
BeantwoordenVerwijderenHoi Jaap,
BeantwoordenVerwijderenMja, Bongelwuppen klinkt wat maffer dan Fierljeppen. Ondanks dat ik het Frysk nog immer adoreer.....
Dank voor jouw reactie.