Mijn niemandsland lijkt
uitgestorven
stil, waar enkel ík
gedachten tel: een
zonderling die zinnen speurt
tussen de
strakke naden van het
kleurig laminaat.
Geen levend wezen om mij
heen dan
slechts de kat die
onverstoord zijn roes
bemandt, noch foto’s aan de
wand of
op de kast, met ogen eeuwig
starend.
In het alleen ben ik vervuld
van jou en
mij en hem en haar, zo
tastbaar daar
dat, ongezien, zij immer mij
aanwezig,
de schijn van leegte het
verkeerde been.
Een beeltenis schuift aan,
vertaalt zich
naar een sfeer waar
ongeplande woorden
vanuit de diepte inhoud naar
omhoog,
stilte een recept voor
onontgonnen bodem.
© JELOU
Geen opmerkingen:
Een reactie posten