de klok snelt mij voorbij
ik blaas bellen om terug
naar onschuld, een mond
waarin gewisseld
was jij erbij, of jij
toen oliekleuren blauwe
lucht tot een festijn
en wie de grootste kon
door adem vloeiend zacht
hoe hoog en ver totdat
het knappen onvermijdbaar
daar, vol spanning hopend
dat de wind zijn beste
beentje voor
dat we adem oefenden
met rose bubble-gum in
oeverloos opnieuw, onze
kaken lam gekauwd tot
soepel gom uitblaasbaar
lippen die aan beurt de
tijd doodstil verstokten
ogen slechts gericht naar
daar
waar kleefgeknal zou
plakken.
© JELOU
Geen opmerkingen:
Een reactie posten