Wij hangen
in de klamme lucht
het zweet
gekoesterd, tot een breuk
de sfeer
ontegenzeggelijk
bedoezeld
en bedompt
prompt slechts
een tegenstrijdigheid
als wolken
daags het vuur geketst,
ons wakkerend
de hielen licht
tot zich
een vlam omvat
dat, wat in
tijd een eeuwigheid,
zich
onverhoeds een plek vergaart
waar
klamheid overvloeit in vocht
elkanders
ogen lengt
het hemd,
zo nader dan de rok,
intens
gebreid de naalden kent
gevallen
steken laten kan
een
regenbui slechts nat.
© JELOU
Geen opmerkingen:
Een reactie posten