Nee, ik heb
het niet over de Martinitoren, noch over de gezellige autoloze binnenstad.
Ik heb het
hier over een stadsfiguur waarvan ik allang het idee had dat die reeds vergaan
was.
Zo’n figuur
die al jaren behoort tot de inboedel van de stad.
Die ik
jaren geleden wekelijks zag staan aan de rand van de markt, uitgedost als
travestiet, maar ook net weer niet. Een man in sportieve kledij, maar met
uitbundig aangebrachte blossen en blauwe ogenschaduw.
Immer stond
hij daar, of naast een kraampje, of helemaal zijlings van de markt langs het
looppad. En hij had nog een verdomd leuke kop ook nog.
Hoeveel
jaren is het nu later??
Ik weet het
niet. Het kan 10 jaar zijn, maar ook 20.
In elk
geval krijg ik de oprisping hem onmiddellijk bij de kraag te vatten (wat lastig
wordt met een t-shirt) en mee naar huis te nemen.
Maar ik doe
het niet. Want wat moet ik ermee!
Het ziet er
niet uit! En hij heeft er zo te zien zelf geen enkel benul van.
Sodemieter
zeg!
Staat het
daar als vijftiger (dat is hij zeker) apatisch als standbeeld voor de Etos.
(Betere
reclame kun je je niet wensen toch).
Inmiddels
gigantisch uitgedijd, hetzij door pillen, hetzij anderzijds.
Een strakke
legging aan, boven de bekende groene regenlaarzen, maar zo bijzonder strak dat
je je afvraagt of hij wel ondergoed bezit.
Nu ben ik
van het type dat never nooit kruisgewijs mensen aankijkt, maar in dit geval kan
ik er gewoon niet omheen! Zijn hele zaakje valt meteen abnormaal in het oog.
Bal hier,
bal daar en dan nog maar niet te spreken over het tussengelegen gedeelte.
Dit is nog
erger dan de naakte waarheid!
De
elastieken legging accentueert zo sterk elke welving of uitholling overdwars,
dat ik beslist even de andere kant op moet kijken.
Ik ben niet
preuts, integendeel, maar dit vehikel moet toch echt eens advies krijgen op
APK-gebied. Dat staat daar te bumperen als zou zijn chassis nog immer jeugdig,
als zou hij staan te wachten op de modeshow van het jaar, zijn naam afwachtend
tot de luidspreker de markt overstemt.
Daarboven
een scherp uitgesneden dames-Tshirt, waar geschiedkundig gezien opgebonden borsten
in zouden kunnen flatteren, maar waarin de buikwand zo buiten proporties is
uitgewoekerd tot een luchtballon, dat het de ruimte voor een boezem automisch
vult en net over de rand valt van de balletmaillot.
De uitdrukking
van de kop is nagenoeg hetzelfde gebleven, echter de plossigheid riekt toch
ernstig naar overmatig drank-, c.q. medicijngebruik.
Maar,
steevast en zeer herkenbaar is daar de felblauwe ogenschaduw, de overmatig
aangebrachte rouge op de konen, en de lippenstift, die echter meer óm de lippen
zit dan erop.
Dat kan ik
hem echter niet kwalijk nemen. Hij heeft immers geen leesbril, de stakker, dus
dan zie je het niet zo nauw. Ik kan het weten.
Snel
probeer ik hem voorbij te komen, maar zoals het een donderdagavond betaamt,
lopen er mensen in de meute met een fiets aan de hand die de hele boel
stagneren.
Ook zoiets
absurds. Ga op straat lopen idioten! Gelukkig denk ik dat niet hardop, anders
kreeg ik meteen een klap voor m’n kanus.
Dus blijf
ik schoorvoetend en braaf hangen aan de rij voor mij en blijft ballen-Bobby mij
aanstaren. Niet met zijn ogen, want die staan op Mars gericht, of een andere
planeet.
Maar zijn
onderstel spreekt boekdelen, ondanks het feit dat de lipstick daar niet
aanwezig.
Goddank
niet!
Ongelooflijk
dat zulke stadsgezichten nog bestaan!
Jan Roos
was er niets bij. Ploppetoe evenmin.
Eén ding
wordt me wel gewaar: ze beseffen het niet meer.
Hij in elk
geval niet. Dat zie ik aan zijn ogen. Het leven is er allang uit. Hij staat er
enkel als
gewoontedier.
Zo stond hij er al jaren en dat is vertrouwd.
Het woord
obsceen kent hij niet eens. Hij heeft gewoon ‘de broek aan’.
En die is
nog ‘in’ ook, de legging.
Eigenlijk
is hij zijn tijd vooruit, alleen weet hij dat niet.
Zal ik een
fatsoenlijke boxershort voor hem kopen en hem die stiekem toestoppen?
Ach, wat
een onzin.
Zo’n
stadsgezicht flatteert de binnenstad, en geeft tenminste nog aanleiding tot
gespreksstof.
En het
werkt nog therapeutisch ook!
Ikzelf kom
tot de conclusie dat dé man van mijn toekomst niet met zo’n broekie naast mij
hoeft te lopen. Dan liever een Afrikaans geval met een jurk aan.
Dan blijft
er nog wat te raden over.
De broek
heb ik wel aan.
© JELOU
Geen opmerkingen:
Een reactie posten