Of hij een
oneerbare vraag mag stellen.
Zonder
bijbedoelingen.
Ik heb geen
bezwaar.
Hoe of het
komt dat ik na 20 jaar er nog steeds zo goed uitzie.
Of ik er
ook iets aan ‘doe’ zoals het vrouwen tegenwoordig betaamt.
En wat het geheim
is van mijn verzorgde uiterlijk.
Hij wil
altijd alles weten, dus klap ik uit de school.
‘Mijn oude
kop’, vertel ik hem, ‘heb ik geruild bij de Wibra.
Dat kostte
me dus niets. Maar niets is wat het lijkt.
Mijn nette
broek verhult meters cellulitis.
Onder mijn
sexy blouse kun je slalom doen om wratten.
En in mijn
stoere laarzen wrijven mijn poezelige voeten zich het
schompes
door jeuk van knisperend zwemmerseczeem.’
De
vergeelde regenjas kijkt mij verbijsterd aan.
Zijn vette
haardos druipt van ontzetting.
Net als
zijn immer beslagen brillenglazen.
‘Dat waren
trouwens drie vragen’ zeg ik nog adrem.
Het kwartje
moet nog vallen.
Ik laat hem
in stilte.
‘Een fijne
dag nog’ roep ik hem toe terwijl ik wegfiets.
Vanuit de
verte zie ik hem zijn brillenglazen poetsen.
De zakdoek
heeft hij al 20 jaar op zak.
Pfjoe, deze
keer kwam ik er snel van af.
© JELOU
Geen opmerkingen:
Een reactie posten