Wij
verbuigen wachttijd naar kruiswoordpuzzelstilte.
Maar niet
voor lang.
De gang
trekt sporen vol met twijfelvoeten, en ergens tussendoor ontwaken
wij uit
synoniemen. Een manspersoon schrijdt binnen. Wij herkennen ons.
Hoogbegaafdheid
siert zijn zinnen en eenmaal aangeschoven dekt het onze
tafel.
Twintig jaar geschiedenis wordt uitgespreid, precieze data waaraan mijn naam
gekoppeld, worden gesorteerd, en gebeurtenissen exact beschreven.
Mijn brein
meldt zich onwetend. Een hersenscan zou niet verkeerd, doch wachttijd
geldt enkel
mijn moeder.
De bekende
serveert humor. Lachsalvo’s kaatsen de gang.
Kalknagelsandalen
hebben oren. Verveeld schuift een rollator binnen.
Een
zakenman haalt gram om ons ongeoorloofd lachen. Daar is geen reden voor.
Hij stalt
zich naast de tafel, oreert zich heer en meester en onderricht ons in de
leer hoe
dubbeltjes zich kwartjes.
Hoe je
gewiekst belasting tilt, daags op je hoede voor je geld, en dat er veel
aftrekbaar.
Hoe rijk je
kunt als je erg slim, dat geld enkel gelukkig.
Gejammer
kwijlt zich richting kin. Ik geef een hint tot vegen.
Hij heeft
nog alles op een rij, enkel zijn hagenpreken, missen soms net het synoniem
wat wij
evenzo zochten. ’t Is maar waar je je druk om maakt.
Zijn leven
wordt een drama want zijn camperonderhoud stagneert. Hij kan even geen ladder
op. En dan de tuin, die strak gemaaid, waar straks weer bobbels zichtbaar.
Hij is de
man des huizes, perfect en strak is hem gewoon.
Doch
godzijdank heeft hij een kluis, gevuld voor als zijn oude dag.
Ik dank hem
voor die aanwijzing (nu slechts nog zijn adres).
Ik wijs hem
op het feit dat hij hier een rollator heeft. En ook nog geheel gratis.
Zijn brein
hongert naar geld. Het zou een goede optie zijn. Hij zou een stempel kopen
met daarop ‘gezien’,
zoals ook de belasting doet. Dan kan hij ze verhuren.
Hij lacht
zijn tanden bloot, en predikt rijkdom zonder eind, tot ik hem vriendelijk
sommeer
ons even
rust te gunnen.
Ook de
bekende gaat. Hij mag als eerste door de scan, maar moet nog even grappen.
Hij zegt
dat hij is afgekeurd, ik vraag hem snel waarop. Zijn antwoord luidt al lachend:
‘k ben
manisch positief.’
Ik kijk
mijn moeder aan. We slaken elk een zucht.
Hoe zou die
preker zijn zonder een CVA…..
We willen
het niet weten.
Geef ons
maar een Tia Maria.
© JELOU
Geen opmerkingen:
Een reactie posten