Mijn paspop
leunt het raamkozijn
wijl ik
verfijnd
mijn bed
omheind
de woorden
tel
van mijn
nachtboekgehalte
zij, zeer
goed van gestalte,
weerkaatst alhaast
mijzelf gekloond
een silhouet
bij nachte
waar buren
hun gedachten
zo over
ende weer
maar mij
bijkans langshene
zij vragen
zich de ganse dag
hoe ik dat
klaar
weer vroeg
gewaar
en aan het
werk
na al die
uren waken
doch kikkers
die slechts kwaken
om dat wat
vreemd
in eigen
rijk
laat ik het
ongewisse
en gun hen
graag het gissen
naar wat
mijn nacht gedijt
het zal hen
nog vervreemden.
© JELOU
Geen opmerkingen:
Een reactie posten