Sla
ik mijn ogen neer
in
weggedoken diep van binnen
zo
min ik mij de tijd weerom
naar
onschuld en niets weten
naar
rozebottels in een hand
gebrand
zo rood als mooi gerijpt
naar
weids de wereld van de straat
de
stoep een maat hoe ver te gaan
de
asfaltbaan de grens
naar
blootsvoets rennen door een steeg
zonovergoten
heet het pad
net
doen of dat geen pijn en dan
hekhangen
bij de buren
naar
kolen scheppen in een kit
het
gruis en grit een wolk van zwart
naar
buiten waar een kar gereed
de
melkboer steeds meer flessen
moet
lessen van de dorst
sla
ik mijn ogen op
een
glimlach om mijn heimweelippen
zo
min ik elke dag weerom
hoe
somber ook, wat mij gegeven.
©
JELOU
Geen opmerkingen:
Een reactie posten