Vannacht zal
zij weer voor mij bidden
God vragen
mij de schellen van de ogen,
duisternis weg
te halen voor Zijn waarheid
Ik koester
haar al spreek ik niet haar taal,
al ken ik
alle woorden, elke punt en komma,
maar spaties
waarin het oor zich te luister
zijn enkel
en alleen mij toebedeeld
Dat ik Hem
zoeken moet, zegt zij, want wie
zoekt zal
vinden. Zo staat het geschreven
Ik zie Hem
vaak, zeg ik. Vandaag zelfs nog
Oehoe-geroep
weerklonk mijn tuin en dat is
in dertig
jaar nooit voorgekomen
Misschien is
Hij wel een Zij, mijmer ik stil,
maar deze
uitspraak zal ik haar onthouden
Het zou een
schending zijn van heiligheid,
het altaar
Gods spontaan doen branden.
Vannacht zal
zij weer voor mij bidden
Ik zal mijn
modem richten op mijn lucide
dromen.
Misschien ontvang ik hen.
© JELOU
Geen opmerkingen:
Een reactie posten