Het is een
feit. Ik doe er aan mee. Taalvervuiling.
Oftewel: het
omzetten van nette spreektaal naar hedendaagse directe krachttermen.
Door velen
gezien als straattaal, maar hoe je het ook wendt of keert, één ding is zeker:
het is duidelijk en verbaal valt er niet over te twisten.
Nu ben ik beheurlijk
netjes en keurig opgevoeid, maar ik ontkom er niet aan mee te gaan met de
modernigheid. Mits ik mij begeven moet in sferen waar etiquette nog hoog in het
vaandel.
Maar aangezien
ik noch vlag noch vaandel bezit (laat staan een vlaggenhouder aan mijn huis), pleeg
ik dus zonder schaamte woordmisbruik.
Ik moet er
niet aan denken terug te gaan in de tijd waarbij krachttermen verfoeid werden.
‘Hallo zeg,
wat fijn je weer te zien! Hoe gaat het met je?’
‘Hé, hallo
Hans. Nou, het gaat uitstekend hoor. En hoe gaat het met jou?’
‘Ach, het
kon beter. Ik zit in een moeilijke situatie zoals je wel gehoord zult hebben.
En dat is ontzettend naar. Er zijn dagen dat ik me behoorlijk akelig voel hoor,
maar beetje bij beetje klimmen we er langzaam weer aardig uit.’
‘Bah, wat
vervelend zeg. Dat gaat je niet in de koude kleren zitten. Maar eh, wil het
verder op je werk nog wel een beetje vlotten?’
‘Gelukkig
wel. Het geeft wat afleiding en mijn baas is uitermate begripvol. Dat geeft mij
weer een prettig gevoel.’
Geef mij dan
maar het krachttermtijdperk.
‘Hé hoi,
leuk je weer te zien man! Alles goed met je?’
‘Hé die
Hans! Ja hoor, alles oké. Met jou ook?’
‘Niet echt.
Zoals je wel gehoord zult hebben zit ik behoorlijk in de shit. En da’s niet niks.
Echt balen. Sommige dagen zijn gewoon hartstikke klote, maja, shit happens en
we gaan gewoon weer verder.’
‘Jeetje, wat
een kutzooi. Daar zakt je broek toch wel van af, niet?! Maar eh, kun je het met
werk nog wel wat hendelen?’
‘Yep. Gelukkig
wel. Puur afleiding en mijn baas is een toffe peer. Dat scheelt een slok op een
borrel.’
Taalvervuiling
moet dat heten.
Maar ach,
zelfs mijn moeder van bijna tachtig bezigt het af en toe, ondanks haar nóg
degelijker en streng gereformeerde voedingsbodem. En dat maakt het alleen maar
luchtiger.
Sterker nog:
ik lig krom als de oudere degelijke generatie dit soort taalvervuiling spontaan
ins Blaue hinein durft te spuien.
‘Hoi mam,
heb je die provider nog te pakken gekregen?’
‘Och kind,
je wilt niet weten hoe gestressd ik was. Wat een lulhannes zeg! Ik dacht: als
je nou niet als de sodemieter zorgt dat mijn pc het doet, dan smijt ik het ding
zo dwars door het raam heen!’
‘Zou ik niet
doen mam, denk om de woningbouw!’
‘Ach hou op…..het
zijn gewoon een stelletje eikels bij mekaar!’
‘Bah mam,
wat akelig…..!’
En ondertussen
weerklinkt aan de andere kant van de lijn een lachsalvo waarbij je haast een
Tena-lady zou moeten hanteren.
Hoezo
taalvervuiling?
What the
fuck! (sorry, ik bedoel ‘wat kan jou het schelen’).
© JELOU