Tot voor
kort dacht ik nooit in fases. Of ik nu dertig was, veertig of vijftig, ik
omarmde elke dag alsof leeftijd er niet toe deed. Omarmde alles alsof ik immer
twintig.
Oké, ik geef
toe dat een handstand mij niet meer lukt, evenals de 4-mijl-run (mijn botten
sleten al bij het aanzicht), en roken doe ik nog steeds bewuster trouw.
Maar sinds ik
verkast, mijn kat PTSS, mijn buurman nu buuf, bekenden bij bosjes reeds aan de
rollator of op sterven na dood binnenshuis leven omdat de buitenwereld te
heftig, heeft mij dat toch aan het denken gezet.
Is dit het
leven van een 50-plusser? Moet ik mij nu senior noemen?
Dat weiger
ik nog steeds, al knerpen mijn botten tijdens het opstaan, krijg ik kramp bij
standje ‘bovenop’, vergeet ik namen van hen die ik elke dag zie, en weet ik
niet meer waarvoor ik in de Jumbo ben zodra een bekende mij aanspreekt.
Het is
echter een feit: ik zit in een nieuwe fase.
Weliswaar
eentje waarin steeds meer begrafenissen plaatsvinden, mijn boezem een volume
bezigt waar je U tegen zegt (in verhouding tot de rest van mijn gestel), ik kieskeuriger
word als het gaat om vriendschappen, omdat ik merk dat mijn golflengte
verandert.
Ik heb behoefte
aan nieuw elan, nieuwe geestdrift die verder gaat dan gezellig in een veilig
clubje huis-, tuin-, en keukendingen doen.
Het is een
fase met afgebakende grenzen.
Ik verken de
wereld meer dan ooit, heb een ruimdenkendheid van hier tot Tokio, maar tegelijkertijd
werpt mijn mensenkennis kritieke blikken op dat wat normaal gevonden moet
worden.
Ik overdenk
ja en nee, noem transgenders uit respect ‘het’ als het geslacht niet duidelijk
is, al noemt men mij dan juist racistisch. Ik kijk gewoon met andere ogen. Ogen
die zien en enkel benoemen. Niet meer dan dat.
Ik benoem
stereotypen (hokjes genaamd) om enkel een beeld te duiden. En zie, de jongere
generatie ageert, terwijl het slechts een typering is en geen veroordeling.
Hierin kenmerkt
zich de generatiekloof, en tegelijkertijd de fase waarin ik ben beland.
Dat ik Jett
Rebel een lekker ding vind wil niet zeggen dat ik een cougar ben. Integendeel.
Mijn
favoriet blijft Frank Sinatra, en ik zoek echt geen vaderfiguur.
Deze fase
heeft iets van de puberteit maar dan anders: te oud voor het tafellaken, maar nog
te jong voor het aflegkleed.
En
ondertussen wax ik mijn benen, net als mijn kinderen, omdat het oog wat wil als
ik op hakken loop. Draag ik jurkjes die ik eerder nooit gedurfd.
En voor het
eerst voel ik mij vrouw en geen belegen moeke.
© JELOU
Geen opmerkingen:
Een reactie posten