GROOTVADER

Ik heb je net verhangen

niet dat ik je niet lief

het tegendeel is waar

maar het verroeste spijkertje

doorboorde haast je longen

Ik vond het geen gezicht

al had jij met jouw achtergrond

de oude plek bevochten

als dé ultieme lijdensweg

die christenen te gaan

Je hangt nu naast de deur

vereeuwigd aan een kruiskop

geboord in blauw azuur

je oogopslag verzwolgen

door wat men Hemels noemt.

© JELOU

TEGEN BETER WETEN IN

Sinds ik Korsakov gewaar

in dat wat mij nabij

zijn kern reeds gespleten

tweedeling zich ontspruit

als nieuwe huid omsloten

rond gedachtegangen

zie ik argwaan kruipen

dubbele tongen spreken

in bizarre waarheden

moet ik degens kruisen

tegen beter weten in

tegen dat wat mij verdoemt

maar ik, ik pas

de Aas helaas niet machtig

om het tij te keren.

© JELOU

DE WROETVROUW

Bel de wroetvrouw, Jan!

ons kind komt er an

maar ’t wordt een gedonder

hij wil niet naar onder

klampt zich de benen

om ‘t navelsnoer henen

net als zijn broertje

twee jaartjes terug

die lag in het snoertje

tevreden geknupt

dat wordt weer graven

wurmen en poeren

want ook deze brave

zit vast als twee moeren

maar zij, onze vrouwe

kan heel wat verstouwen

wroet zonder pardon

hem zó naar ’t sifon

zodat hij ter plekke

omlaag kan gaan lekken

alleen het bochie nog om.

© JELOU