Het was weer zover.
Zaterdag, DE dag dat we weer gratis konden shoppen bij de voedselbank.
En elke keer was het weer een verrassing wat er in de tassen zou verdwijnen. Maar ook wat eruit zou gaan als je even niet trouw op je verkregen schatten lette.
Terwijl ik mijn beurt afwachtte ging mijn blik richting tafels waar de etenswaardigheden lagen uitgestald. Van verre kwam de goudgele gloed van de inmiddels bekende kerriesoep mij al tegemoet. Evenals de potten doperwten en de familievaten volgestouwde kikkererwten. Dit laatste ras had ik tot nu toe nog niet genuttigd, gewoonweg omdat ik het creatieve pad van de kookkunst met deze soort nog niet beheerste. Maar goed, een mens mag niet klagen en ooit baart oefening kunst, en oefenen kan geen kwaad, vooral niet met een voorraad van zo’n twintig liter in mijn overdadige provisiekast.
Ondertussen mijmerde ik wat voor gerechten ik komende week zou gaan samenstellen voor mijn immer zo enthousiaste koters, die alles wilden eten behalve wat de boer niet kent. En aangezien zij geen boeren kennen, noch het platteland, kan ik ze het ook niet geheel kwalijk nemen dat ze kikkererwten maar enge dingen vinden. “Mam”, zei de middelste, “dit ga ik echt niet eten hoor! Eten kikkers dit ook?” “Welnee meid”, zei ik, “maar dat zoeken we straks gewoon even op bij Google.”
Opeens kon ik diep verlangen naar de periode dat de zorgsoepen in de aanbieding waren. Dat waren nog eens tijden! Toen lagen de vriezers vol met menusoepjes in diverse smaken, afkomstig uit de zorgsector, waar ze nog net op tijd de naam hadden kunnen doorkrassen van de ten hemel gevaren persoon. Een ding was zeker: het was licht verteerbaar, vrijwel zoutloos (dus geen kans op verhoogd cholesterol) en je kon er je fantasie op loslaten als je moest beschrijven om welke smaak het ging. Dat was nog eens eten met verrassingen.
Mijn buurvrouw kwam reeds terug van haar shopronde en gunde mij even een snelle blik in haar verkregen rijkdom. Dat zou een creatieve week worden, bedacht ik mij spontaan.
Zes potten kerriesoep, blikjes sardientjes in tomatensaus, wat onbestemde potjes smeersels zonder etiket en diverse soorten koekjes, cakes, ijshoorntjes, kerstkransjes van vorig jaar en paashazen die eigenlijk nog gemaakt zouden moeten worden.
Enfin, ik zou dus voor de verandering eens ijshoorntjes kunnen vullen met kerriesoep, ingedikt door de doperwten, en als garnering zou een sardientje her en der niet misstaan.
Maar misschien zou ik de kikkererwten ook wel kunnen pureren, ze vermengen met een van de talloze jamsoorten die ik op de planken had, en er een soort beslag van kunnen maken voor alternatieve pannenkoeken.
Je zou er haast zin in krijgen, en één ding moest ik deze buurtsuper nageven: des te beter je de eterijen leerde kennen, des te creatiever en vrijer de geest om er iets bijzonders van te maken.
© JELOU
En elke keer was het weer een verrassing wat er in de tassen zou verdwijnen. Maar ook wat eruit zou gaan als je even niet trouw op je verkregen schatten lette.
Terwijl ik mijn beurt afwachtte ging mijn blik richting tafels waar de etenswaardigheden lagen uitgestald. Van verre kwam de goudgele gloed van de inmiddels bekende kerriesoep mij al tegemoet. Evenals de potten doperwten en de familievaten volgestouwde kikkererwten. Dit laatste ras had ik tot nu toe nog niet genuttigd, gewoonweg omdat ik het creatieve pad van de kookkunst met deze soort nog niet beheerste. Maar goed, een mens mag niet klagen en ooit baart oefening kunst, en oefenen kan geen kwaad, vooral niet met een voorraad van zo’n twintig liter in mijn overdadige provisiekast.
Ondertussen mijmerde ik wat voor gerechten ik komende week zou gaan samenstellen voor mijn immer zo enthousiaste koters, die alles wilden eten behalve wat de boer niet kent. En aangezien zij geen boeren kennen, noch het platteland, kan ik ze het ook niet geheel kwalijk nemen dat ze kikkererwten maar enge dingen vinden. “Mam”, zei de middelste, “dit ga ik echt niet eten hoor! Eten kikkers dit ook?” “Welnee meid”, zei ik, “maar dat zoeken we straks gewoon even op bij Google.”
Opeens kon ik diep verlangen naar de periode dat de zorgsoepen in de aanbieding waren. Dat waren nog eens tijden! Toen lagen de vriezers vol met menusoepjes in diverse smaken, afkomstig uit de zorgsector, waar ze nog net op tijd de naam hadden kunnen doorkrassen van de ten hemel gevaren persoon. Een ding was zeker: het was licht verteerbaar, vrijwel zoutloos (dus geen kans op verhoogd cholesterol) en je kon er je fantasie op loslaten als je moest beschrijven om welke smaak het ging. Dat was nog eens eten met verrassingen.
Mijn buurvrouw kwam reeds terug van haar shopronde en gunde mij even een snelle blik in haar verkregen rijkdom. Dat zou een creatieve week worden, bedacht ik mij spontaan.
Zes potten kerriesoep, blikjes sardientjes in tomatensaus, wat onbestemde potjes smeersels zonder etiket en diverse soorten koekjes, cakes, ijshoorntjes, kerstkransjes van vorig jaar en paashazen die eigenlijk nog gemaakt zouden moeten worden.
Enfin, ik zou dus voor de verandering eens ijshoorntjes kunnen vullen met kerriesoep, ingedikt door de doperwten, en als garnering zou een sardientje her en der niet misstaan.
Maar misschien zou ik de kikkererwten ook wel kunnen pureren, ze vermengen met een van de talloze jamsoorten die ik op de planken had, en er een soort beslag van kunnen maken voor alternatieve pannenkoeken.
Je zou er haast zin in krijgen, en één ding moest ik deze buurtsuper nageven: des te beter je de eterijen leerde kennen, des te creatiever en vrijer de geest om er iets bijzonders van te maken.
© JELOU
Klinkt niet echt smakelijk, maar de manier waar je het op beschrijft vind ik wel leuk. Trouwens kikkererwten zijn best wel te eten, komt veel voor in Arabische gerechten, denk aan Falafel. (Falafel (Arabisch: فلافل) is een van oorsprong Libanees[1][2] vegetarisch gerecht bestaande uit gefrituurde balletjes van gestampte kikkererwten en/of tuinbonen. Mogelijk is het gerecht bedacht door Koptische christenen in Egypte om in de vastentijd als vleesvervanger te dienen.[3][4])
BeantwoordenVerwijderenHandig die informatie Tjaard ;-)
BeantwoordenVerwijderenMaar gelukkig hoef ik die dingen niet meer te eten. Heb ze trouwens in de kast bewaard tot ze over datum waren. Heb niets met erwten of bonen.