Hij steekt
nog maar eens een sigaret op voor de verandering.
Waar blijft
ze nou??!! Vol verwachting zit hij aan zijn tafel vol smacht te wachten.
Eindelijk weer eens een vrouw over de vloer, en dan ook nog eentje die iets
heerlijks langs zal komen brengen.
Dat heeft
hij zich geen twee keer laten zeggen, hij zou wel gek zijn.
Want zij,
zij zal hem verwennen deze dag, deze lieve dame.
Het kwijl
loopt hem al in de mond. Hij heeft gewoon smaak, dat weet hij van zichzelf.
Zij is zo blij
dat hij haar naaimachine heeft nagekeken. Ze kon er niet mee uit de voeten.
En hij, dé
expert op technisch gebied, dé techneut, heeft hem urenlang nagekeken en is tot
de conclusie gekomen dat het ding het prima deed. En zo heeft zij haar Ankertje
weer terug en hoeft enkel de gebruiksaanwijzing door te nemen. Dan kan ze er
snel mee aan de slag.
Maar niet
voor niets natuurlijk.
Hem maakte
dat niet uit, maar zij, de moederkloek der kloeken, wil er absoluut iets voor
terug doen. Dus maakt hij haar kenbaar waar hij al eeuwen naar verlangt en al zolang
gemist heeft.
En zij
bereidt zich voor, al heeft ze hier nog geen ervaring mee.
Maar na
uren stoeien met het heimelijke nieuwe, is het haar verlangde klaar om bij hem
af te leveren.
Ze stapt op
de fiets, maar voor ze naar hem toe zal moet ze nog even snel langs de
apotheek. Dat maakt in tijd niet zoveel uit. Ze moet enkel iets afhalen.
En zo
parkeert ze haar fiets even later snel voor de medicijnboer. Het zal maar een
paar minuten duren, dus de surprise laat ze nog even in haar fietstas zitten. Die
kan dan mooi meegenieten van de warming-up.
Verdomme!
Hij heeft geen rooie rotcent, geen slaapplek, geen eten of drank, en de
vuilnisbakken zijn al leeggeroofd door soortgenoten die hem net een slag voor
waren.
Wat een
klotedag! Fuck the world, denkt hij.
Zo loopt
hij zwalkend de straten door, en zoals gewoonlijk loopt hij op de automatische
piloot gestalde fietsen bij langs die fietstassen bezitten. Niet dat hij er
ooit iets in tegenkomt, maar het is de macht der gewoonte om er toch steeds
even in te gluren.
Bij de
medicijnboer ziet hij er eentje staan. Een sjofele fiets, eigenlijk eentje die
hij zo voorbij kan lopen, maar toch.
Snel om
zich heen spiedend, slaat hij tijdens zijn loopje quasi onnozel de kleppen van
de fietstassen open.
Hier zal
ook weer niets…..
Maar WTF!
Er zit iets in!!
Als de
wiedeweer duikt hij met zijn kop erin, graait wat hij graaien kan, en wat
schetst zijn verbazing! Een ware verrassing! Zomaar voor het grijpen, alsof de eigenaar
weet dat hij hierop zit te wachten!! Dit is toch wel de superscore van de
maand!!
Hij bedenkt
zich niet, stopt het gevondene onder zijn versleten jas en gaat er als een kind
zo blij mee vandoor.
Het duurt
nu wel erg lang, vindt hij. Van nature is hij de geduldigheid zelve, maar hier
wordt hij toch wel wat onrustig van. Hij gaat haast aan zichzelf twijfelen.
Opeens gaat
de telefoon. Zijn mobiel.
Ook dat
nog. Daar zit hij nou net niet op te wachten. Maar goed, beleefdheid is hem met
de paplepel ingegoten. Hij is immers nog van de ouwe garde, dus neemt hij op.
‘Hey Jan,
met Natasja! Ik snap er niks van……sorry, maar er is iets vreselijks gebeurd en
ik wilde naar je toegaan maar……en toen…..ik vind het zo rot!’
‘Rustig
maar meisje, de wereld vergaat niet’, spreekt hij kalm. ‘Wat is er aan de hand?’
‘Nou, ik
zou bij jou langskomen zoals afgesproken, maar ik moest onderweg nog even langs
de pillenboer. Ik dacht dat ik mijn verrassing wel even in mijn fietstas kon
laten, want wie taalt daar nu naar op dit tijdstip van de dag?? En wat denk
je?? Kom ik weer buiten, check ik nog even mijn fietstas, en…..WEG alles!! Wie
heeft daar nu belang bij!!
Nu kan ik
het je niet langs komen brengen, en dat vind ik zo vreselijk, want ik heb het
je beloofd. Ik snap er niks van. En nu zit jij op mij te wachten als Jan
Doedel, en sta ik hier met lege handen…en ik ben niet eens blond!’
‘Ach meid,
daar kun jij ook niets aan doen. Stil maar, dat kan iedereen gebeuren.’
‘Ja maar,
jij had er zo’n zin in en ik was blij dat ik aan jouw verlangen kon voldoen.
Dat vind ik shit. Ik baal hier zo van!’
‘Maakt niet
uit meissie, dan komt het een andere keer.’
‘Zullen we
dan voor maandag afspreken?? Dan bereid ik me opnieuw voor en kun je alsnog
genieten van wat we afgesproken hadden.’
Hij
gniffelt wat. Typisch vrouwelijke hysterie.
‘Is prima
meid. Dan heb ik nog een heel weekend om uit te kijken naar je komst. Maakt
niet uit.’
En ergens in
een portiek van de binnenstad zit een dakloze.
Hij geniet
een koningsmaal: stamppot rauwe andijvie met spekjes en een fles Port.
Een
geschenk uit de Hemel.
© JELOU