vrijdag 17 februari 2017

OUT_OF_THE_BOX DENKEN

De dokter heeft geleerd voor breindefecten, waar stoornissen immer netjes een titel
op maat van wat bekend. Men noemt hem Psychiater.
Geen idee waarom, maar dat daargelaten.

Maar ach en wee de protocollenvragen, de testen en gesprekken heen en weer, verschijnen duizend en één vragen meer, dan titels het bestaan versieren.
De rode draad bungelt onhandig.

Hij telt depressie en een zwaar tekort aan levenslust door aanverwante angsten.
Doch in zijn naslagwerken matcht dat niet met dat wat wezenlijk daags aan de orde:
het brein van zijn patiënt blijkt leeg en niet capabel informatie op te nemen. Iets wat hem uiterst vreemd bij een hoog ingeschaald IQ.

Een eerste poging tot verzachten van het leed wordt een recept.
Depressie is een hekel punt in deze dagen, en ergens moet een start gemaakt.
Een extra poging is de inzet van een therapeute, wier vraaggesprekken geen zoden aan de dijk. Enkel meer wazigheid doordrenkt dossiers, want de patiënt kan slecht verwoorden.

En weer opnieuw volgt een gesprek waarbij de ouder genodigd, opdat die de sleutel bieden kan tot deze raadselachtigheden. Sesam-Open-U weerklinkt niet, doch concrete beelden worden geschetst. Beelden die de ouder ervaart bij de patiënt, maar blijkbaar buitenaards voor de deskundigen. Men moet wederom in conclaaf. Dit is een nieuw wiel.

De ouder stelt het volgende: de patiënt voelt zich voortdurend ‘gelaten’ en ‘afgevlakt’. Dat is tevens wat anti-depressiva doen. Patiënt voelt zich immer ‘leeg’, onthoudt niets, kan geen opdracht uitvoeren en voelt zich gesloten in een cocon. Welke tovenaar bezint zich dan op dit soort medicatie…..Anti-depressiva zijn ‘downers’. Misschien beter ‘uppers’?

Het antwoord der deskundige is helder. Zo had zij dat nog niet bekeken. In elk geval blijkt dat het brein van de patiënt niets onthoudt. Geen enkele gegeven opdracht kan uitgevoerd. Geen enkel gesprek beklijft. Het brein blijkt blokkades.
Zo stagneert de opleiding, het dagelijks functioneren, en een toekomstbeeld. Als er al een beeld aanwezig is.

De patiënt voelt zich afgedaan. Weet zijn intellect, maar voelt dat hij steeds meer afdaalt naar niemandsland, waar zijn sociale vaardigheden en kennis het laten afweten. Alleen de ouder weet. Die kent hem. Die verwoordt, opdat het beeld waarachtig helder wordt.
Maar de Aha-Erlebnis blijft aan de kantlijn hangen. Die marge komt niet voor in de naslagwerken van den Psychiater.

‘Ik ga achteruit’, merkt de patiënt op. ‘Ik kan steeds minder verwoorden en ik snap er niks van. Net of mijn brein de letters niet meer kan vormen. Net of ik met de dag dommer word.’
En de ouder sust maar geeft aan dat die draken in het hoofd te verslaan zijn. Hoe dan ook.
Vooral als het Chinese zijn.

© JELOU



Geen opmerkingen:

Een reactie posten