De dokter heeft
geleerd voor breindefecten, waar stoornissen immer netjes een titel
op maat van
wat bekend. Men noemt hem Psychiater.
Geen idee
waarom, maar dat daargelaten.
Maar ach en
wee de protocollenvragen, de testen en gesprekken heen en weer, verschijnen duizend
en één vragen meer, dan titels het bestaan versieren.
De rode
draad bungelt onhandig.
Hij telt
depressie en een zwaar tekort aan levenslust door aanverwante angsten.
Doch in zijn
naslagwerken matcht dat niet met dat wat wezenlijk daags aan de orde:
het brein
van zijn patiënt blijkt leeg en niet capabel informatie op te nemen. Iets wat
hem uiterst vreemd bij een hoog ingeschaald IQ.
Een eerste
poging tot verzachten van het leed wordt een recept.
Depressie is
een hekel punt in deze dagen, en ergens moet een start gemaakt.
Een extra
poging is de inzet van een therapeute, wier vraaggesprekken geen zoden aan de
dijk. Enkel meer wazigheid doordrenkt dossiers, want de patiënt kan slecht
verwoorden.
En weer
opnieuw volgt een gesprek waarbij de ouder genodigd, opdat die de sleutel
bieden kan tot deze raadselachtigheden. Sesam-Open-U weerklinkt niet, doch
concrete beelden worden geschetst. Beelden die de ouder ervaart bij de patiënt,
maar blijkbaar buitenaards voor de deskundigen. Men moet wederom in conclaaf.
Dit is een nieuw wiel.
De ouder
stelt het volgende: de patiënt voelt zich voortdurend ‘gelaten’ en ‘afgevlakt’.
Dat is tevens wat anti-depressiva doen. Patiënt voelt zich immer ‘leeg’, onthoudt
niets, kan geen opdracht uitvoeren en voelt zich gesloten in een cocon. Welke
tovenaar bezint zich dan op dit soort medicatie…..Anti-depressiva zijn ‘downers’.
Misschien beter ‘uppers’?
Het antwoord
der deskundige is helder. Zo had zij dat nog niet bekeken. In elk geval blijkt
dat het brein van de patiënt niets onthoudt. Geen enkele gegeven opdracht kan
uitgevoerd. Geen enkel gesprek beklijft. Het brein blijkt blokkades.
Zo stagneert
de opleiding, het dagelijks functioneren, en een toekomstbeeld. Als er al een beeld
aanwezig is.
De patiënt
voelt zich afgedaan. Weet zijn intellect, maar voelt dat hij steeds meer afdaalt
naar niemandsland, waar zijn sociale vaardigheden en kennis het laten afweten.
Alleen de ouder weet. Die kent hem. Die verwoordt, opdat het beeld waarachtig
helder wordt.
Maar de
Aha-Erlebnis blijft aan de kantlijn hangen. Die marge komt niet voor in de
naslagwerken van den Psychiater.
‘Ik ga
achteruit’, merkt de patiënt op. ‘Ik kan steeds minder verwoorden en ik snap er
niks van. Net of mijn brein de letters niet meer kan vormen. Net of ik met de
dag dommer word.’
En de ouder
sust maar geeft aan dat die draken in het hoofd te verslaan zijn. Hoe dan ook.
Vooral als
het Chinese zijn.
© JELOU
Geen opmerkingen:
Een reactie posten