Hij spreekt
zichzelf niet tegen
in wat man
of vrouw
enkel in het
voorbijgaan
krommen schoongeveegde
straatjes
onderhuidse onkruidtenen
zij wensen
eensgezindheid
in naamborden
en vensterbloemen
in levensloop
en partituren
zolang muziek
dezelfde sleutel dient
Hij loopt
dezelfde tegels
zijn taal
dezelfde klank
enkel in het
voorbijgaan
klakt mannelijk
gebeente zich
onverwachte vrouwenpassen
daarmee
schendt hij de grenzen
van man is
man en vrouw is vrouw
verwordt
muziek tot ongewenst ruptuur
dat
schoongeveegde straatjes open klieft
daar men
geen naam hiervoor kan dragen.
© JELOU
Geen opmerkingen:
Een reactie posten