Een van mijn
talenten
is het staren,
domweg dromen
naar wat
buiten het raam
Ik raad
vogels op kleur
tel nog te
snoeien hagen
en kwiek
kwakende kikkers
maan ik tot
stilte
zodat de
vlier weer bloesem
De geur van
carboleum
tracht ik te
inhaleren
hortensia’s
beloven trouw
tot blauw
hun grote trossen
het paradijs
compleet
Fonteinen
zwijgen spetters
ik spreek
dezelfde taal
een jonge
specht scheert langs
maar dwars
doorheen dat beeld
verrijst
opnieuw beton
Het is mijn
vrouw die roept
Zij kocht
balkongeraniums
sfeervol voor
driehoog-achter.
© JELOU
Geen opmerkingen:
Een reactie posten