Je bent
ondergronds gegaan
het duister
ingevlucht vol angst
zodat licht geen
schijnsel werpt
op doffe
droeve ogen
op dat wat
van jou over
je schuilt
je vale slaapzak
als warm
omhulde baarmoeder
de navelstreng
verbonden
met slaperige
voedingswijn
waar liefde enkel
E-nummers
dakloos leef
jij je kamer
badend in
bloedend zweet
gedachten
zwervend tussen vuil
dat kieren
laminaat verlustigt
en jou mede
verwildert
je hebt een
SOS verzonden
schaamtevol
om hulp gesmeekt
je broze leven
wachtend
je droge
lippen aangelengd
met nog meer
geesteswater
maar ondertussen
drijf jij
ergens in
niemandsland
jouw
denkwereld verwrongen
en elke dag
vraag ik mij af
wie ’t eerst
hulp of de
dood.
© JELOU