Wij luieren
de bank, de kat en ik
allebei met
uitgestrekte poten
ik
ruggelings het leer dat goddank goed gestikt
-mijn BMI
helaas omhoog geschoten-
de kat mijn
buik, want vetten deinen licht
tot Zen zich
Pampus weet en rekkend zwicht
ik haren
hap, mijn mond door vacht omsloten
Ik sputter tanden
leeg, de kat schrikt op
keihard ringt
mijn deurbel, onverdroten
hoe heerlijk
het ook is, ’t zal mij een grote worst,
zelfs voor
een biefstuk doe ik nog niet open
al gromt
mijn buik en schraapt de kat zijn krop
-want luiheid
vreet zich graag en waant zich dorst-
wij vullen
ledigheid op leren knopen.
© JELOU
:)
BeantwoordenVerwijderen