woensdag 27 februari 2013

LIEFSTE



Het diepste woord blijft onbesproken
vervoegt zich in een oogopslag
waar blikken nauw verbonden grootte
verankeren nabij het hart

een zucht kan slechts dat ene duiden
wat onvoorwaardelijk bestaat
verweven in een ademsluier
waar huid zich zacht ontluiken laat

ik week mij los van heel mijn wezen
mijn vingers strengelen een naam
in onverklaarbaar diep genegen
als had het altijd al bestaan.

© JELOU

 © KAIN

maandag 25 februari 2013

PIERCING (Ollekebolleke)



Leve de piercingtijd!
Ringen in oorlellen.
Knoppen door wenkbrauwen.
Staaf door het lid.

Navels verzwijgen de
schaamdeelmishandeling
totdat er plotsklaps een
vleeshaak in zit.

© JELOU

zondag 24 februari 2013

ZOALS HET PAD LOOPT

ergens doorheen de jaren
trokken zich muren op
spraken verborgen schimmen
vanachter het cement

ze had het niet herkend

een stilte-offensief
gleed woekerend hun lachen
vervalste eensgezindheid
omhelsde haar nabij

ze zag het van opzij

hun joviale woorden
gepast en juist geplaatst
weerspraken alle banden
die ooit hadden bestaan

er was haar iets ontgaan

© JELOU

dinsdag 19 februari 2013

SILHOUET



De bomen hoog verheven in het duister,
de schemer van verdonk’remaande nacht,
ontwaar ik jou, als uit het niets, in zacht
gekringeld water, leg mijzelf te luister.

Je stem wuift riet, strijkt pluimen glad. Het ruist er
vol heimwee naar de tijd die jij me bracht.
‘k verbeeld je silhouet, ‘t is of je lacht
in rimpels water lees ik je gefluister.

Mijn vuisten ballen zich in stilte samen
“waar ben je dan”, wringt zich een weg naar jou
terwijl ‘k je aanroep bij je liefste namen.

Een claxon drijft de nacht plots in het nauw.
De wind waait dromen langs twee autoramen.
Dan valt het stil. Een traan drupt op mijn mouw.

© JELOU

SCHRIJVER KAIN

zondag 17 februari 2013

JAN HUYGEN IN DE TON



haar handen strijken rimpels
glad, gezoet in ulevellen
verjaagt ze stok en staf voor
een verbannen
hink-stap-sprong

het notenhouten tafelblad
weerspiegelt rood
haar konen, de rand gevat
in juveniel
gegoten klatergoud

zijn blikken vullen grijs met
groen is gras en klaverweiden,
zijn uitgestoken arm een
pas gewonnen
toegangskaart

haar hart lacht verse sproeten
bloot, de handen op
zijn schouders, danst hij haar leest
terug naar daar
met hoepeltjes erom

© JELOU

vrijdag 15 februari 2013

MIJN AFKEER VAN GESCHIEDENIS



Beland in het Romeinse Rijk
zie ik slechts egotrippers
mallote magistraten
moordenaars met machtswellust
en grote dictatoren

daarvoor las ik de Griekse tijd
waar ijdelheid aanbeden
de steden onderling in strijd
met Spartaanse praktijken
doch beeldhouwkunst was je van het

mijn geest verbeeldt zich Hannibal
met al die arme fanten
en Ceasar, haast de duivel zelf
maar godzijdank vermoord
door neef Octavianus
die heel toevallig net een dolk
op zak had om te steken

dit is een greep vanuit een boek
maar ik kan niet begrijpen
dat dit soort mensen eeuwig roem
doordat ze in een boek genoemd
ze zouden nu in de VS
levenslang kunnen krijgen

maar ik beken (onwetend zwart)
da’k mijne katten heb vernoemd
naar Romulus en Remus.

© JELOU

vrijdag 8 februari 2013

CRISISDRAAI



zal ik dan toch maar
zegeltjes
die je gratis

4-laagse Page
splijten
grote boodschappen
bij de buren dumpen
bloemen
uit gemeentetuin
pillen op herhaalrecept
op straat verkopen

winkelkarren
uit de vijver
hangplekken
ontdoen van statiegeld
benzine snuiven
langs de rijksweg
voor een lichter hoofd

of zal ik
ontoerekeningsvatbaar
naakt op straat
een crisisopname
bewerkstelligen
met gratis onderdak
persoonlijke aandacht
opdat mijn premie enig nut

© JELOU

maandag 4 februari 2013

NON-INTERPUNCTIE PROZAGEDICHT



het zal wel komen door de stroom der tijd dat ik mij kwijt mijn aangezicht geschonden onder noemer van gedicht mijn ledematen elders hangen dan waar mijn hoofd gekweld de woorden wilde vangen het stenen metselwerk een eindeloze muur een letterketen waar structuur haast ademnood in langgerekte strepen ik zoek de passie van de dans het zingen en verspringen in het wit liefde wil ik duiden in ontluikend oogvertier voor elke blik een nieuwe zin en elk begin bedenktijd geven in leegte tussendoor de bomen in mijn tuin zouden hun kruingeworden takken ook niet vacuum verpakken tot een saamgeperste staak het zonlicht zou verbaasd om zo een dwaasheid wolken schuilen het huilen van de wind geen spel voor vrolijk tierend blad ze noemen mij gedicht daar waar geen kier meer open de speelse vorm een breiwerk verlopen tot een lap

© JELOU