De
vestibule hing vol hertenkoppen
achter de
deur vol prachtig glas-in-lood
stond een
vervaarlijk zwijn hartstikke dood
doch ondanks
dat verankerd op vier blokken
De serre
waar de sjieke oudjes hokten
bezat een
open haard, en levensgroot
een
uitgevloerde beer, zijn tanden bloot
ondanks de
rollen King bleef ik geschrokken
Dit hoorde
bij de luxe van het heim
waarin
tante baas, ik haar onverdroten
aanbad, gekleed
in jurkjes van satijn
Doch toen
zij zich een vossenkraag omsloten
ik vroeg of
zij ook jonkies had geschoten
kwam aan ’t
logeren plotseling een eind.
© JELOU
Geen opmerkingen:
Een reactie posten