Tussen muren
van fantasie
werp ik
drempels op
schraap ik
voegen weg
tot kieren hun
handen los van steen
en één voor
één zie ik ze schuiven
naar buiten
tuimelen
hun echo’s
kaatsend in het weidse
het licht
van echtheid tegemoet
waartegen ik
mij wapen
Groots kan
het, verwarrend groots
een poel vol
desolaat vertoeven
binnen het
al dat naarstig wemelt
van druk en
haast en waar naartoe
waar ik mij
vragend tel
op schaduw
van gedachten
hoeveel ik
durf te leven
maar tegelijk
verlangen kan
naar smelten
in één kroes
en onverhoeds
klim ik
terug waar licht
de wereld
het gat der
stenen muur
een welkom reservoir
voor als ik loos.
© JELOU
Geen opmerkingen:
Een reactie posten