vrijdag 27 oktober 2017

OUDE JEUGDLIEFDE



Vandaag loop ik door het plantsoen,
de bomen lang niet meer zo groen
als in de tijd toen wij nog jong
We hadden net wat met elkaar,
jij met je bruine lange haar
voor mij een muze uit een song
Het was zoals ik had gedroomd,
we liepen heel verliefd en vroom
de handen klam ineen gevouwen,
ik was verlegen net als jij
maar kussen was er nog niet bij
dat deed je pas als je ging trouwen.

En daar staan nog de rozenstruiken,
waarvan ik bloemblaadjes geteld
houdt zij van mij, wilde ik weten,
maar alles leek mij goed voorspeld.

We liepen elke zondag daar
wanneer je thuis, de kerkdienst klaar,
ik jou verliefd in vrijheid zag
Tot op een keer ik onbewust
jouw mooie lippen heb gekust
en jij de mijne met een lach
De liefde stroomde door ons heen,
we voelden ons tezamen één
onder de hoge groene bomen,
ik was mezelf in wolken kwijt
tot jij mij zei met grote spijt
dat wij te ver waren gekomen.

En daar staan nog de rozenstruiken
waarvan ik bloemblaadjes geteld
houdt zij van mij, wilde ik weten,
maar alles leek mij goed voorspeld.

Ik bracht haar liefdevol naar huis
maar sinds die dag bleek iets niet pluis
toen ‘k weken later voor haar deur.
Ze liet me staan op het trottoir
en door het raam duidde haar pa
mij iets in een zeer slecht humeur
‘k Verliet haar huis met stille trom
al weet ik nog niet goed waarom
ons samenzijn zo snel verbroken.
Pas later schreef zij mij een brief,
bekende immer nog verliefd
maar door de kerk bijkans verstoten.

En daar staan nog de rozenstruiken
waarvan ik bloemblaadjes geteld,
houdt zij van mij, kan ik nu weten
maar voor de rest blijf ik ontsteld.
© JELOU

Naar ‘Het Dorp’ van Wim Sonneveld.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten