zondag 31 augustus 2014
EEN STADSGEZICHT
Nee, ik heb
het niet over de Martinitoren, noch over de gezellige autoloze binnenstad.
Ik heb het
hier over een stadsfiguur waarvan ik allang het idee had dat die reeds vergaan
was.
Zo’n figuur
die al jaren behoort tot de inboedel van de stad.
Die ik
jaren geleden wekelijks zag staan aan de rand van de markt, uitgedost als
travestiet, maar ook net weer niet. Een man in sportieve kledij, maar met
uitbundig aangebrachte blossen en blauwe ogenschaduw.
Immer stond
hij daar, of naast een kraampje, of helemaal zijlings van de markt langs het
looppad. En hij had nog een verdomd leuke kop ook nog.
Hoeveel
jaren is het nu later??
Ik weet het
niet. Het kan 10 jaar zijn, maar ook 20.
In elk
geval krijg ik de oprisping hem onmiddellijk bij de kraag te vatten (wat lastig
wordt met een t-shirt) en mee naar huis te nemen.
Maar ik doe
het niet. Want wat moet ik ermee!
Het ziet er
niet uit! En hij heeft er zo te zien zelf geen enkel benul van.
Sodemieter
zeg!
Staat het
daar als vijftiger (dat is hij zeker) apatisch als standbeeld voor de Etos.
(Betere
reclame kun je je niet wensen toch).
Inmiddels
gigantisch uitgedijd, hetzij door pillen, hetzij anderzijds.
Een strakke
legging aan, boven de bekende groene regenlaarzen, maar zo bijzonder strak dat
je je afvraagt of hij wel ondergoed bezit.
Nu ben ik
van het type dat never nooit kruisgewijs mensen aankijkt, maar in dit geval kan
ik er gewoon niet omheen! Zijn hele zaakje valt meteen abnormaal in het oog.
Bal hier,
bal daar en dan nog maar niet te spreken over het tussengelegen gedeelte.
Dit is nog
erger dan de naakte waarheid!
De
elastieken legging accentueert zo sterk elke welving of uitholling overdwars,
dat ik beslist even de andere kant op moet kijken.
Ik ben niet
preuts, integendeel, maar dit vehikel moet toch echt eens advies krijgen op
APK-gebied. Dat staat daar te bumperen als zou zijn chassis nog immer jeugdig,
als zou hij staan te wachten op de modeshow van het jaar, zijn naam afwachtend
tot de luidspreker de markt overstemt.
Daarboven
een scherp uitgesneden dames-Tshirt, waar geschiedkundig gezien opgebonden borsten
in zouden kunnen flatteren, maar waarin de buikwand zo buiten proporties is
uitgewoekerd tot een luchtballon, dat het de ruimte voor een boezem automisch
vult en net over de rand valt van de balletmaillot.
De uitdrukking
van de kop is nagenoeg hetzelfde gebleven, echter de plossigheid riekt toch
ernstig naar overmatig drank-, c.q. medicijngebruik.
Maar,
steevast en zeer herkenbaar is daar de felblauwe ogenschaduw, de overmatig
aangebrachte rouge op de konen, en de lippenstift, die echter meer óm de lippen
zit dan erop.
Dat kan ik
hem echter niet kwalijk nemen. Hij heeft immers geen leesbril, de stakker, dus
dan zie je het niet zo nauw. Ik kan het weten.
Snel
probeer ik hem voorbij te komen, maar zoals het een donderdagavond betaamt,
lopen er mensen in de meute met een fiets aan de hand die de hele boel
stagneren.
Ook zoiets
absurds. Ga op straat lopen idioten! Gelukkig denk ik dat niet hardop, anders
kreeg ik meteen een klap voor m’n kanus.
Dus blijf
ik schoorvoetend en braaf hangen aan de rij voor mij en blijft ballen-Bobby mij
aanstaren. Niet met zijn ogen, want die staan op Mars gericht, of een andere
planeet.
Maar zijn
onderstel spreekt boekdelen, ondanks het feit dat de lipstick daar niet
aanwezig.
Goddank
niet!
Ongelooflijk
dat zulke stadsgezichten nog bestaan!
Jan Roos
was er niets bij. Ploppetoe evenmin.
Eén ding
wordt me wel gewaar: ze beseffen het niet meer.
Hij in elk
geval niet. Dat zie ik aan zijn ogen. Het leven is er allang uit. Hij staat er
enkel als
gewoontedier.
Zo stond hij er al jaren en dat is vertrouwd.
Het woord
obsceen kent hij niet eens. Hij heeft gewoon ‘de broek aan’.
En die is
nog ‘in’ ook, de legging.
Eigenlijk
is hij zijn tijd vooruit, alleen weet hij dat niet.
Zal ik een
fatsoenlijke boxershort voor hem kopen en hem die stiekem toestoppen?
Ach, wat
een onzin.
Zo’n
stadsgezicht flatteert de binnenstad, en geeft tenminste nog aanleiding tot
gespreksstof.
En het
werkt nog therapeutisch ook!
Ikzelf kom
tot de conclusie dat dé man van mijn toekomst niet met zo’n broekie naast mij
hoeft te lopen. Dan liever een Afrikaans geval met een jurk aan.
Dan blijft
er nog wat te raden over.
De broek
heb ik wel aan.
© JELOU
vrijdag 29 augustus 2014
I SAW YOU SMILING
Smiling at the doorstep
twinkling eyes, a sigh
I can’t remember when I saw
you smiling, don’t know why.
Distance released your sadness
time made your laugh come through
all was written in the stars
but no one ever knew.
My doubts, my fears, my anger
were not supposed to be
but dear, oh dear, I wondered
so many times I wondered
if you came home to me.
I felt your restless body
your stormy thoughts amount
but spoken words just hurt you
confirmed the thoughts you went through
love couldn’t be pronounced.
Smiling at the doorstep
twinkling eyes, a sigh
I can’t remember when I saw
you smiling so closeby
just smiling so closeby.
Your doubts, your fears, your anger
they put a spell on me
I wondered, oh I wondered
how I could blow those hundred
or thousand things you concurred
away, to set you free.
You drowned a boundless freedom
no recognizing sign
between what’s good or bad
I couldn’t have it said
those words were only mine.
But smiling at the doorstep
your twinkling eyes, a sigh
I won’t remember our past
only today relights.
Distance released our sadness
time made a better place
all was written in the stars
and we enjoy our space.
© JELOU
woensdag 27 augustus 2014
ONDERWIJS OP MAAT
Het is
ouderavond. Alle ouders van de betreffende klas zitten netjes in de
schoolbanken.
Twee
mentorjuffen staan voor de klas. De oudste start met allerhande info over namen
van leerkrachten, roosters, ziekmeldingen, en regeltjes van school. Vooral de
regeltjes.
Trots toont
ze een voorbeeld van onderwijs op maat: een rood A4tje, een oranje en een
groene.
‘Kijk’,
zegt ze. ‘Als ik iets heb uitgelegd, dan moeten de leerlingen ermee aan de
slag. Dan zet ik het rode A4tje op de richel van het schoolbord. Dat betekent:
niemand mag iets zeggen, niets vragen aan de leerkracht, niets overleggen met
de buurvrouw, er mag geen vinger opgestoken worden om naar het toilet te gaan, er
mag alleen gewerkt worden.
Het lijkt
raar, maar het is erg duidelijk voor de leerlingen. Net als het verkeerslicht.’
Op een of
andere manier word ik hier kriegelig van. Het komt me zeer bekend voor. Hanteerden
ze die methode ook niet in de middenbouw van de basisschool? Enfin, de
mentorjuf gaat verder.
‘Na een
tijdje vervang ik het rode vel door een oranje. Dat betekent dat een leerling
zijn vinger mag opsteken als hij iets te vragen heeft over de leerstof. Op zo’n
moment zal ik dan naar de betreffende leerling gaan en mag hij zijn vraag
stellen. Dan kan ik antwoord geven, terwijl de rest van de klas doorwerkt.
Als ik na
weer een tijd het groene A4tje neerzet, dan betekent dat dat er eventueel
onderling overlegd mag worden, en dat eventuele vragen klassikaal gesteld
kunnen worden.
Het is een
systeem dat in de praktijk bijzonder helder is en chaos voorkomt.’
Ik werp een
blik naar de vader van mijn kind. Hij kan zijn lachen haast niet inhouden.
Meewarig
schudt hij zijn hoofd. ‘Je zult maar kleurendoof zijn’, grap ik nog maar dan
zijn we stil, want mentorjuf twee komt van stal.
Ze wauwelt
wat over bezuinigingen, hernieuwde samenwerkingsverbanden, huiswerkuren op
school, en dan mag het vragenvuur afgeschoten worden.
Mijn vraag
is heel duidelijk: ‘waar blijft het maatwerk in dit ‘passend onderwijs’? Ik
hoor alleen maar dingen over klassikale methodes, maar waar blijft de
individuele aanpak?’
Juffie twee
kijkt me schaapachtig aan. Ik geloof dat ik me concreter moet uitdrukken.
‘Wat als
een kind bijvoorbeeld in huiswerkuren zich niet kan concentreren in een klas,
of behoefte heeft aan individuele uitleg ergens bij, zonder prikkelingen om
zich heen?’
Tja, daar
moet de jonge mentorjuf ons het antwoord schuldig blijven.
‘Maatwerk
is bij ons de specifiek klein gehouden grootte van de leerlingengroep, het
bieden van een laptop aan iemand met dyslexie en dat soort dingen. Voor echte
moeilijke gevallen hebben wij beschikking over enkele stagiaires van de PA, die
persoonlijke begeleiding kunnen bieden. Verder weten wij niet hoe de toekomst
eruit komt te zien. De professionele
Ambulante
Begeleiding is van de baan, maar een leerling kan altijd een coach toegewezen
krijgen.’
‘Wat is dit
voor onderwijs’, vraag in naderhand tijdens een persoonlijk gesprek met de
beide mentoren.
‘Ons kind
is hier aangenomen omdat ze elders nergens past, dit zou dé school zijn die
haar wel kan bieden wat ze nodig heeft, en nu blijkt ze eigenlijk puur gedumpt
te zijn in een soort ‘speciale groepseenheid’ waar haar problematiek jullie nog
volkomen vreemd is.
Een
tevreden leerplichtambtenaar, een tevreden vorige school, wánt het kind is
geplaatst. Probleem opgelost. Want dit is passend onderwijs voor haar: een klas waar ze meters bovenuit stijgt, waar
les gegeven wordt op het niveau van de basisschool, waar het kind zich
doodongelukkig voelt omdat ze geen aansluiting kan vinden omdat haar
denkvermogen mijlenver afwijkt van die
van haar klasgenoten. Hoezo op maat??
Vertel mij
eens: wat weten jullie van ons kind? En waarop is deze plaatsing gebaseerd?’
De mentoren
geven toe dat ze nog geen dossier hebben van ons kind. Dat ze eigenlijk niets
weten van haar dan alleen haar naam en enkele aantekeningen van het
intakegesprek.
‘Maar, ze
zal zeer goed gedijen in de duidelijke structuur die we hier bieden’, oppert de
jonge mentorjuf.
Daar zijn
wij niet echt van overtuigd.
We eisen
daarom zo spoedig mogelijk een gesprek met de zorgcoach of wat voor titel er
ook moge rondlopen die over leerproblemen gaat, maken een afspraak, en verlaten
het lokaal.
‘Die zullen
ons niet gauw meer vergeten’, zeg ik tegen de vader.
‘Sssssstttt…’
zegt hij. Het A4tje staat op rood.’
Ik grinnik.
Passend onderwijs op maat. Lengtemaat zullen ze bedoelen.
© JELOU
dinsdag 26 augustus 2014
UNSWEETENED
Sojadrink
In dialect
nog wel
Wat gaaf
denk ik
Uns weeten
ed.
© JELOU
maandag 25 augustus 2014
VERANDERING VAN SPIJS
Ze kijkt
haar ogen uit
op steeltjes
de ruimte
een kakofonie
van wildgroeiklanken
die tafels
overwoekeren
de
lessenaar schreeuwt stilte
in een
moderne outfit
iedereen schijnt
doof al heeft
elkeen een
eigen laatje
een
identiek agendaatje
met kleuren
die wat sturing
een
virtueel verkeerslicht
staat
steevast op rood
achterin
balkt een ezel
het
niet-aan-ramen-likken-busje
heeft hem
hier gedumpt
ze kijkt
hem aan
hij roept
dat zij zo rustig is
en vraagt
zich af waarom zij
in godsnaam
hier op school
dat vraag
ik mij
nu ook al
dagen af
zegt zij.
© JELOU
zondag 24 augustus 2014
GEWOONWEG ZOMAAR
Zomaar
zonder wat
te vragen
dat doet ze
vaker
kijken
domweg
kijken
naar mensen
die voorbij
zittend op
een muurtje
mijmerend
waar ze
vandaan
of waar naartoe
hun
leeftijd schattend
hun
houdingen
volgend
om te raden
wat voor types
en uit wat voor
nest
hoe hun
dagelijks bestaan
af te lezen
aan de
gedragen kleding
en dan
achteraf
eigenlijk
toch stiekem
willen
vragen of het klopt.
© JELOU
vrijdag 22 augustus 2014
DANCING THE NIGHT AWAY
Vanavond is
de dans geheel aan mij
nostalgie doet
mij weer even zweven
volmaakt in
trance
doorheen de
meute en voorbij
voetenwerk
nog immer rap
de swung
nog steeds niet kwijt
De vloer
weer stiekem een bevrijd domein
discoritme
mij compleet gedreven
vier uren
lang
mijn
lichaam één met wat ik hoor
melodieën
trekken mij
de ganse
ruimte door
Ik zwier en
zwaai mijn passen waar het kan
ogen volgen
mij totaal verwonderd
vanaf hun
plaats
waar zij
steevast en dansbaar staan
vrijheid
nemen is nog eng
als je het
nooit gedaan
Vanavond
schijnt de lol geheel aan hem
nostalgie herkent
hij aan mijn passen
zijn blik
weerkaatst
‘jij danst
verdomde goed’ zegt hij
in de pauze
aan de bar
ik grijns
en bestel wijn.
© JELOU
dinsdag 19 augustus 2014
ONGESTOORD
De deurbel
klinkt
ik hef het
glas
jij zingt
alsof wij samen
doof
de oren vol
met was
De kat
springt mis
jij lacht
je rot
en vist
hem op
achter de bank
het bellen
is gestopt
Een sms
komt door
wij zijn
niet thuis
ik spoor
jou aan tot
gekkigheid
want jij
bent ook niet pluis
De avond
lengt
het donker
valt
jij brengt
een prosit
uit op nu
en wat nog
komen zal.
© JELOU
ONDERGRONDS
Stilte
knerpt
haar buitenste
binnen
leeg haar
mond, vervallen
tot vastgelopen
woorden
nietszeggende
zinnen
muren weten,
voldoen aan
alle eisen
van wat zwijgzaam
tevreden
zonder tekst
geen verwachtingen
geen vragen
over hoe of wat
het
antwoord zou zij schuldig
haar tong
klakt
een lied
neuriet gedachtegangen.
© JELOU
vrijdag 15 augustus 2014
ONGEREPT
Soms, als
riet zich kraagt
woei-waai-winden
fier doorheen
wolken
spleen gehangen
uitzicht grauwen
zonder spet
of spat
laat ik mij
ongevraagd
verankeren
aan wal
omgeven
door geknisper
geritsel en
geruis
als fluistert
alles saam
dan zingt
de stilte naam
zo mensloos
ongerept integer
reikt enkel
reiger zich
de hals tot
haast versteend
gespeend van
mijn bestaan
zig-zaggen
zwaluwstaarten
onzichtbare
trapezes
voorbij
mijn hoogtevrees
een kraai
verkrast zich hees
ik tel zijn
letterwaarden.
© JELOU
woensdag 13 augustus 2014
SPOORZOEKEN
Kordaat
vecht zij
tornado’s
biedt zij
het hoofd
aan dat wat
overspoelt
wat haar
heeft meegesleept
nieuwe
intonaties
geven
onrust
een vraag
naar hoe het gaat
verwordt
tot angst
om
afgekeurd
zoveel
impressies nog te gaan
in stilte
te
doorstaan of soms
gewoon niet
meer te harden
flarden,
beelden
schreeuwend
onderdrukt
en wat is
echt
tussen recht
en krom
de som der
delers telkens
weer berekend
hoe
vertekend is het beeld
dat zij of
juist de ander.
© JELOU
maandag 11 augustus 2014
TERRAS-UITWAS
Daar zit je
dan, op een rustiek, doch intiem terrasje voor je lievelingskroeg.
Biertje
voor je neus, shag bij de hand, genietend van het straatbeeld.
Ouwe
jongens krentenbrood, denk ik, want straks komt nog een bekende langs waar ik
graag nog eens mee wil babbelen.
‘C’est
formidable’ klinkt het opeens naast mij. ‘Formidable’….
Een donker
slank geval ploft neer op de dichtstbijzijnde stoel.
‘Iek ben
muzikant’ zegt het geval. ‘Iek speel in die Poelestraat op mon guitar en dan véél
geld, hiel veel geld. Iek ook straks hier spelen. En jij?’
‘Versta je
Nederlands?’ vraag ik.
‘Oui oui, c’est
formidable.’
‘Ok, nou,
ik doe aan poëzie. Ik ga straks iets voordragen hier.’
‘Oh lala,
poëzie! C’est tres interessant!’
Er volgt
een hommage over hoe formidable hij speelt, from the heart wel te verstaan, all
from the heart, en tussen het halfbakken Frans, Engels en Nederlands door
begrijp ik dat hij ook nog schildert en kunst exposeert. All gratuit, from the
heart. Me hoela.
‘Mais, iek
heb deze slot (hij houdt een fietsslot omhoog) kekocht voor € 14,95, en die
moet ik verkopen, want iek heb €6 nodig voor die coffeeshop. Do you understand?
I cannot drink before playink, although ik ben een bietje drunk van die wine,
formidable wine, oh lala!
‘Heb jij
ien fiets?’ vraagt de sprinkhaan. ‘Ja’, zeg ik, ‘met een hééél goed slot!
‘’ En tot
oe laat bent jij hier? Tot 4 uur?’
‘Are you
crazy!’, laat ik weten. ‘Ik heb nog 6 kienderen thuis. Ik ga vroeg weg.’
Getvergeme,
denk ik, heb je weer zo’n klepzeiker. Aan zijn onrustige en opgefokte houding
weet ik meteen wat voor vlees er niet op de BBQ komt. In elk geval niet op de
mijne.
‘Tu est tres
formidable, oui oui. Ga jij straks mee naar Poelestraat mij kijken en dan hiel
viel geld?? I’m good! But first iek moet € 6 voor verkopen die slot. Dan iek
hier komen spelen gratuit for the lieve man achter die bar. Do you understand
me?’
Fuck your mother, denk ik, and your son will be your
brother…… Leer mij de straattaal kennen.
Ik doe net
of ik gek ben en knik ja en nee en laat em het schompes krijgen. Uiteraard
blijf ik heel beleefd. Zo ben ik opgevoed.
En weg
istie. ‘Formidable’ stevelt af op de coffeeshop.
‘Je hebt
toch geen slot van hem gekocht hè’, vraagt de eigenaar bezorgd.
‘Welnee man’,
zeg ik, ‘ik ken mijn pappenheimers inmiddels wel. Ik heb godzijdank ervaring
met rioolratten. Als ik de kop zie ken ik de staart. Ik weet waar ik belasting
voor betaal.
Doe mij nog
maar een Palmpje. Formidable, fo-ho-ho-hormidable!’
© JELOU
vrijdag 8 augustus 2014
SMAKEN VERSCHILLEN
Je ziet er
wat verschoten uit
zo biologisch
snel afbreekbaar
zo onbespoten
het zou de
hitte kunnen zijn,
die klammig
zweet
knisperend
tot lederhuid,
sprokkelhout
boven je ogen
mijn
snoeischaar aardig bot
slakkenslijm
doet wonderen
je bed met
sla getuigt
van naakte
inboorlingen,
en jij,
natuurgetrouw
jij
isoleert je ruig
je ziet er
wat verschoten uit
zo’n net niet
blije-kip-gradatie
zo
uitgelopen
een baard
waarin het zaad bewaard
van het
ontbijt
zelfbereid
meergranenbrood,
bijgestaan
door witte strepen
sojamelk
suprême
het zou een
fase kunnen zijn
die
lendendoek
en
blootsvoets door het bos,
maar ik,
ach wie ben ik
met mijn
Gilette-Cultuur-Contour.
© JELOU
maandag 4 augustus 2014
ALS DE KLOK SLAAT
Zeg me maar
wanneer
de beide
wijzers boven
waar de
trap
en dan
vooral
precies de
juiste tree
zodat mijn
muil
exact op
tijd gelaten
geen onvertogen
woord
mijn
baljurk
vol
muizenissen
in stilte
gedoogd
enkel het
glas
zal rijkelijk
gevuld
zeker een rijtuig
later
zeg me maar
wanneer.
© JELOU
zaterdag 2 augustus 2014
IN NEVEL GEHULD
Ademwasem
klampt het glas
beslagen, wijl
een hand zich strekt,
zich reikt om
lijnen in de mist
te vormen
tot contouren
een beeltenis
van wat zij was.
Nagels krassen
onverveerd
de scherpte
van gedachtegoed
het opgevraagde
helder nog
doch snel
vervagen sporen
zijn mond
verzucht zich nog een keer.
Naarstig en
bijkans geschetst
zijn muze,
prijkend in een waas
weerkaatst het
zonlicht haar gelaat
ziet hij
haar schoon gedaante
verbleken tot
verreikend flets.
© JELOU
ANDERSOM
Op mijn kop
zomaar op
mijn kop
en ik vroeg
mij
of het
anders zou
de wereld
zo
de eerste
indruk
benen
de loopjes
mij langszij
stoere,
slome, snelle,
schoenen te
passen
bij hoe het
hoofd
zou
en ik had
schik
in andersom
te raden of
de top
net zo
plezant
als onder.
© JELOU
Abonneren op:
Posts (Atom)