donderdag 29 maart 2012

ZOMERDORST


Toen ik de paardebloemen zag
te midden van jouw ogen,
heb ik ideeën afgekolfd
voor dorstige momenten
in zomaar openbaar

Ze bloeiden uit tot pluizig wit,
mijn mond blies verse lippen
tussen het zaad, om ongerept
de luchtstroom in te deinen
al tastend naar de smaak

Je sloeg je beste ogen op
vanachter wimperheuvels,
en in de luwte van je huid
dronk jij mijn zomerzinnen
tot luchtig veldboeket.

© JELOU

HIROSHI YOSHIDA

dinsdag 27 maart 2012

OH, WAS IK MAAR........


Zou ik een zeemeermin, het water mijn domein
zo zou het onderduiken een ware vreugde zijn
mijn staart een sterk geschubde, mijn koers per slag bepaald
het tij nimmer gevreesd, wat hij ook brengt of haalt

mijn weg zou ik gewis, een golfslag onberoerd
en kalm kunnen trotseren, naar daar waar hij mij voert
een mens zou mij niet deren, noch zijn gedachtengang
enkel een haaienvin zou mij in het gedrang

doch zou ik mij de zee gekoesterd als mijn heim
zo zou ik nimmer weten hoe het aan land kan zijn
de voeten in de aarde, het lopen langs het strand
het lief en leed gedeeld, hoe heet de zon ook brandt

geen traan zou mij bekend, al lijkt dat geen gemis
de zee is zoveel zouter maar slechts gevuld met vis
zo zou ik nooit ervaren hoe men in tegenspoed
zichzelf verrijken kan, dat liefde ertoe doet.

© JELOU

zondag 25 maart 2012

EIGEN WIJS


Ik oefen partituren
waarin de toon ontaard
de noten balken jammeren
omdat ze half vervaagd
de wijs niet kunnen houden

er komt geen einde aan
de valsheid in geschrifte
de strijkers nog aan zet
laat ik als spechten tokkelen
hun beeltenis mijn rust

boomschors houd ik mij voor
tot aan de generale
de dirigent een kikvorsman
zijn poel een uitgedroogde
zijn grondtoon craquelé

ik leg het blad terzijde
speel eigen do-re-mi
en zwijgend deel ik lente uit
aan ongewenste blikken
tot het orkest uiteen.

© JELOU

woensdag 21 maart 2012

TOEN ZAND ER NOG TOE DEED


Niet dat het wat uitmaakt
je wangen van papier maché
lachen parels tot decadente
kikkererwten
te mooi voor woorden

ik schrijf jouw boekenkast
met vragen over wijsheid
je blijkt er geen
vouw jurken uit op zoek
naar wat jouw maat
verleden heeft gedragen

een mouw spelt overdreven
zomen, maar geeft geen prijs
van lang verbleekte waarde
etiquette
verdorst de glazen

en uit mijn hand slurp ik wat
lichtgezouten druppels water
net als aan zee
toen zand er nog toe deed
en jij een fort
kon bouwen, rijk aan blubber.

© JELOU

zondag 18 maart 2012

PUS-POES-PIMMIE


Want dat is ie en dat heeft ie…….
Snotverjopje nogantoe, zijn het geen kerven, winkelhaken of stukken uit de oren, dan zijn het wel weer abcessen die uitpuilen of andere gedrochten waar ik de medische termen niet van ken.
Pus-Poes-Pimmie dus.
Achterdeurdeler eerste klas. Zijn herkomst is mij totaal onbekend, maar ooit vroeg hij asiel aan hier en hebben we hem een status gegeven. En wat voor een!

Prinsheerlijk dacht ie hier het rijk alleen te hebben en de rest van de roedel te domineren….nou, daar heeft het bestuur hier dus even een stokje voor gestoken! Hij werd met open etensblikken ontvangen, maar kreeg geen gratie om het gangportaal te betreden en het kattenluikgebruik kon hij mooi op zijn verfomfaaide borstkas schrijven….
De achterdeur was zijn tweederangs uitgang. Daar kon hij het mee doen, wel of geen status!!

Hij (want dat was ons al wel duidelijk geworden) kwam hier aanzetten als verwilderde, aangevreten rat, half verzopen en bevroren, en als ik niet een klagend gemiauw had gehoord zou ik toendertijd zweren dat het een muskusrat was. Zo uit het riool gekropen om een huis te zoeken waar hij boven zijn stand kon gaan wonen…..en een dictator van de bovenste plank!
Maar in huize Prettiggestoord zijn we inmiddels van alle markten thuis, dus nog zo’n randgroepgeval kon de boel alleen maar opfrissen.
Zo ook vandaag weer.

Meneer kwam hinkend binnen, en ervaringskundig als ik was leek het in eerste instantie op een autistisch trekje, een strompelende vraag naar affectie. Laat maar effe huppelen, dacht ik, gewoon negeren, dan trekt het vast wel bij. Want ooit eerder had ik een tijgerachtige rondlopen die kopieergedrag begon te vertonen! Werkelijk waar!
Liep ik naar het toilet, dan moest hij even later naar de kattenbak. Als ik eens mijn stem verhief, dan begon hij eveneens een keel op te zetten alsof hij mij wilde overstemmen…. Was ik net vlees aan het braden voor het avondmaal, kwam hij een uur later met veel gestommel door het kattenluik geraust en de keuken binnengestormd met een jonge rotgans, waar mijn biefstuk U tegen kon zeggen! Dus overtroeven wilde hij me ook nog!

Maar ik had het mis. Want Pus-Poes-Pimmie was echt gehavend. En het kermen was zuiver op de graad. Inschattingsfoutje dus….net als soms in ziekenhuizen…Alleen geef ik het in dit geval eerlijk toe…
Wat hij nu weer uitgevreten had weet ik niet, maar dat hij vast de buurtgenoten gemolesteerd had was erg denkbaar. In elk geval moest hij naar de eerste hulp.

Hoe ik hem in zo’n draagbare kattenhutkoffer heb gekregen is me achteraf nog een raadsel, maar het is een feit dat ik hem al krijsend bij kop en kont heb gepakt en hem erin gewurgd heb onder het genot van rondvliegende dotten haren waar de Canadian Hairless jaloers op zou worden….en zo togen wij naar de eerste hulp voor Pus-Poezen..
De arts aldaar was erg met onze grommende en dreigende muskusrat begaan en met een spuitje of 2 had hij hem dan ook aardig plat. En zo kon het onderzoek starten…En al ras was de kwaal ontdekt: een beste spiergegrepen beet in den achterpoot, waarbij een bult meteen als een krater begon te spuiten en te kennen gaf vol te zitten met allerhande buitensporige vunzigheden die er niet behoorden…..

Pus-Poes-Pimmie dus….


© JELOU

woensdag 14 maart 2012

PUURHEID


Je hebt mij mooi gemaakt
mezelf teruggegeven

ik oefende jouw spiegel
zo eentje zonder franje

je stond erbij en keek ernaar
je handen om mijn middel
je lach een passe-partout

en zonder mijn mascara
zag ik dat het goed was.

© JELOU

maandag 12 maart 2012

DE ZEVEN KINDEKENS (consumentenleed)


Er zaten zeven kindekens al in een instituut
de deuren goed vergrendeld, want dat moest absoluut
ze hadden zich misdragen dus de hulpvraag was acuut:
wat doen we met die kindekens hier in dit instituut

De zeven jonge kindekens daar was iets niet mee pluis
de een verslaafd aan wiet en een ander aan de buis
neuroses, tics en schuttingtaal die vlogen door het huis
dat kon niet door de beugel, daar was iets niet mee pluis

Dus kregen alle kindekens een mooie pillendoos
dan werd de stemming beter en leek er niets meer loos
en werd er een opstandig of zelfs bozer nog dan boos
dan werd de cel een dwangbevel daar in die blokkendoos

Die zeven rare kindekens die pasten zich snel aan
gedroegen zij zich netjes, mochten ze wand’len gaan
ze kregen een behandelplan, al werd er niets gedaan
dossiers waren geduldig want die pasten zich wel aan

Zo mochten zeven kindekens na maanden weer van boord
het instituut tevreden, want er was goed gescoord
tot op een dag het nieuwsverslag verscheen op TV-Noord
dat zeven jonge kindekens een man hadden vermoord.

© JELOU  

zaterdag 10 maart 2012

EEN ENKELTJE RETOUR (Kreeftdicht)



Vrij dicht zij maar vol akkoorden
rijm en klank behagen haar
schier onmisbaar papier en pen
kiert verlangen waarin woorden;
rei of dans met maat vermengt

gaandeweg zinnen flaneren
stuk voor stuk geschaard ineen
geluk verschijnt sereen vermomd
vlecht cadansen in die kering
rechts of links, zij rijmt weerom

----------------------------------------------


Weerom rijmt zij, links of rechts
kering die in cadansen vlecht
vermomd sereen verschijnt geluk
ineen geschaard stuk voor stuk
flaneren zinnen gaandeweg

vermengt maat met dans of rei
woorden waarin verlangen kiert
pen en papier onmisbaar schier
haar behagen klank en rijm
akkoorden vol maar zij dicht vrij.

© JELOU

dinsdag 6 maart 2012

VOOR MORGEN


Als je morgen doodgaat
je glimlach lijkt verstomd

je ogen zo verdomd
onzichtbaar, je gelaat
een dichtgeslagen boek

waar ik jouw zinnen zoek
in huid van perkament

je blikken afgewend
naar verder dan het hier
waar ik niet reiken kan

zo zal ik deel daarvan
en immer jou nabij

in wat jij schreef en zei
je lach een ornament
voor morgen en wat later.......

© JELOU  

LEE YUN

zondag 4 maart 2012

DE HAARWORTELMIJT


Nog maar koud twee week van de hoofdluis bevrijd
word ik reeds belaagd door de haarwortelmijt
zij vreet zich een buil
in talgsmeer en vuil
mijn haardos volwijd geeft die mijt meer respijt

Zij schranst zich een baan naar mijn haarwortelzak

fluks doe ik een greep in mijn haarborstelbak
en schrob er mijn huid
tot de naad toe uit
maar hoe ik ook rijt die rotmijt blijft intact

Intussen krab ik daar mijn hoofdhuid haast lens

een scheiding van haar is mijn enige wens
straks scrub ik frontaal
mijn schedeldak kaal
die mijt heeft bereikt haar ten spijt mijne grens

Moordlustig begeef ik mij naar het toilet

waar ik voorbedacht mijne raad heb gezet
en gris het flacon
met giftig lotion
vol haat ende nijd om die mijt van het bret

Nog maar koud één scheut in mijn haardos verspreid

ontwaar ik zowaar reeds een dodemansstrijd
met krommend geklauw
gewring uit het nauw
bevrijdt mij, bezwijkt zij, de haarwortelmijt.
© JELOU

vrijdag 2 maart 2012

ONS TUINHEKJE


Het staalgeruite hek
schreeuwde gegrondveste strijdkreten
in nucleair oranje

de invasie van vijandelijke
troepen, gewapend met kinderpret
kon elk moment van kracht

veiligheid en afbakening
waren hekele punten bovenaan
haar oranje lijst

zij zou het addergebroed
weren, het defensief afroepen over
schommel en zandbak

maar niets, niets van dit al,
geen haan die ernaar kraaide, zelfs
geen hond die een poot tilde

en de schutting van de buren
lachte tot zijn noesten scheurden.

© JELOU