Ze bestaan
nog echt, Neanderthalers!
Onlangs
kwam ik er nog eentje tegen achter de balie van een kringloopwinkel.
En iedereen
maar beweren dat ze uitgestorven zijn, maar nee hoor! Ik heb er nog eentje
ontdekt. En wat voor één!!
Ik zag het
meteen aan zijn hoge voorhoofd en achterlijke houding.
Dat dit
soort af zou moeten stammen van de apen is een grove belediging voor de apen en
moeder natuur! Deze laatstgenoemde soort heeft tenminste een communicatief
vermogen en dat zat er bij deze Neanderthaler niet echt in. Erger nog: dit
wezen was zelfs niet in staat oogcontact te leggen. Alsof hij zo uit het
oerwoud zijn hol uitgesleept was!
Had ik het
Wereld Natuur Fonds maar ingeschakeld…..
Koop je als
klant enkele pallets met de bedoeling er enthousiast en creatief een schutting
van te bouwen, wordt er afgesproken dat het bezorgd kan worden en dat je z.s.m.
gebeld wordt over de leverdatum, kun je wachten tot je wat pondjes lichter
bent.
Dus neem je
zelf het initiatief er achteraan te bellen.
Vriendelijk
drapeer je je verhaal naar de andere kant van de lijn, doch al snel blijkt geen
hond (laat staan een Neanderthaler) iets van een bezorging af te weten.
Als mens
kun je daar begrip voor opbrengen en vooral in vakantietijd, dus doe je een
voorstel om die dag langs te komen en samen uit te zoeken hoe het met de
bezorging zit.
Naar de
balie dus.
Een groot
en breedborsterig wezen staat wijdbeens achter de toonbank. Het troont overal
bovenuit, als ben ik een indringer op zijn territorium en wenst het mij spoedig
weer vaarwel.
‘Dag meneer
(ja, hoe spreek je zo iemand anders aan), ik heb net gebeld en u de situatie
uitgelegd en ik kom nu met u bespreken wat er aan de hand is met de bezorging.’
Het kolos
maakt zich nog breder en er valt een dreigende stilte. Dan plots verheft het
zijn stem.
‘Bezorging?
Waarvan? Wij bezorgen pas over een maand, tenzij het om een grote en dringende
aankoop gaat.’
‘Nou, het
zit zo. Ik heb dagen geleden pallets gekocht bij uw filiaal hier tegenover en
die zouden bezorgd worden. Ik ben dus benieuwd wanneer dat staat te gebeuren,
want ik zou er graag mee aan de slag willen, ziet u.’
‘En wat
moest u betalen?’ Ik noem het bedrag.
‘Voor zo’n
onbenullig lage prijs gaan we voorlopig niet bezorgen. We hebben wel meer te
doen. Trouwens, gekochte spullen bij dat filiaal worden überhaupt niet bezorgd,
want het is cash-and-carry.’
Cash-and-carry,
overpeins ik, dat ken ik ergens van. Zo heette ooit een zaak hier in de stad,
maar die bestaat allang niet meer. Daar kon je iets als onderpand ‘belenen’ en
er geld voor krijgen. Ik snap het even niet.
‘Meneer, ik
heb bij de aankoop geen informatie gekregen over het niet-bezorgen. Zowel uw
collega als ik gingen er vanuit dat er bezorgd kon worden. Dus is dat
afgesproken.’
‘Dan komt u
over een week maar weer terug, want dat filiaal is maar eens per week open.’
‘Dat zal
niet gaan. Ik zit dringend te wachten op mijn spullen. Het niet verstrekken van
de juiste informatie is een fout van jullie kant, als klant kan ik dat niet
zomaar weten.’
‘Mevrouwtje,
ik zei u al eerder: we rijden niet voor zoiets onbenulligs.’
‘Dan wil ik
graag ter plekke mijn geld terug’, zeg ik gedecideerd.
Doch de
afstammeling der mensaap (mijn excuses voor de belediging dezer diersoort)
buigt zich langzaam over de balie heen, snuift een keer luidruchtig, en grauwt
mij toe dat elk filiaal een eigen stichting is en een eigen kassa heeft, en ik
naar mijn geld kan fluiten. De kassa die hij bedient valt niet onder de financiële
verantwoordelijkheid van een ander filiaal.
Ik moet het
even tot me laten doordringen. Zoiets achterlijks heb ik nog nooit meegemaakt.
Normaliter
bestonden er 2 filialen die onder dezelfde naam vielen. Of ik nu bij de een of
bij het andere filiaal iets kocht, de bezorging verliep altijd via filiaal 1,
het hoofdgebouw.
En nu
opeens blijken het 3 verschillende stichtingen…..zonder dat de klant daar iets
van weet.
‘Het boeit
me niet hoe de oerwoudstructuur binnen uw kringlooporganisatie geregeld is’,
antwoord ik narrig, ‘maar ik ga niet eerder weg dan dat ik mijn geld terug heb.’
Op dat
moment verlaat ik de balie en neem een sight-seeing door het hele pand. Halverwege
mijn pad zie ik enkele mensen aan het werk, waaronder dé verkoper van het
andere filiaal.
Ik roep hem
even apart en leg de situatie uit. Hij schrikt zich rot en voelt zich lullig.
Hij zegt
dat het hele stichtingsverhaal onzin is, en na overleg met wat collega’s
besluit hij uit eigen zak het door mij betaalde bedrag terug te betalen. Hij
zal dat tzt wel weer terugvorderen van zijn baas.
Dankbaar
neem ik het geld in ontvangst en begeef mij weer naar de entree om weg te gaan.
Voorbij de
balie houd ik halt, loop even terug tot ik weer tegenover de Neanderthaler sta
en bedank hem voor de klantenservice.
‘By the way’,
vraag ik quasi onnozel, ‘eet u wel eens bananen??’
Het wezen
kijkt mij hooghartig aan maar antwoordt niet. Ik draai me half om en roep: ‘dat
dacht ik al. Niet meer doen.’
De
Neanderthaler kijkt mij onnozel na. Tja, weet dat soort veel…….
© JELOU