zondag 31 mei 2015

HET ONGEMANIERDE KIND



De vestibule hing vol hertenkoppen
achter de deur vol prachtig glas-in-lood
stond een vervaarlijk zwijn hartstikke dood
doch ondanks dat verankerd op vier blokken

De serre waar de sjieke oudjes hokten
bezat een open haard, en levensgroot
een uitgevloerde beer, zijn tanden bloot
ondanks de rollen King bleef ik geschrokken

Dit hoorde bij de luxe van het heim
waarin tante baas, ik haar onverdroten
aanbad, gekleed in jurkjes van satijn

Doch toen zij zich een vossenkraag omsloten
ik vroeg of zij ook jonkies had geschoten
kwam aan ’t logeren plotseling een eind.

© JELOU

zondag 17 mei 2015

HOE WATER WAST



Ik ben een kreeft, zowaar het zij
met schorpioen als ascendant
mijn beide voeten in het zand
laat ik mij hierin hechten

Ik koester dat wat mens’lijk is
doch dat wat waarlijk overschrijdt
zal ik, mijn eigen deel ten spijt,
immer, altoos bevechten

Zolang het water wast en stroomt
zijn wal en oever immer weet,
daarnaast zich eigen richting meet
laat zich het samen gelden

doch wanneer golven hoog langszij
de slag te pakken en gevaar
strijdt schorpioen zich hoog vervaard
verenigt kreeft de velden.

© JELOU

zondag 10 mei 2015

IN BEWEGING



Water wil ik
wassend water
opdat levenslust
vooruit kan stromen

beddingen te over
waar kleven aan
een tussentijds houvast

zittend aan de oever
tijdloos starend
naar schepen die voorbij

verwondering nabij
hoe groots het al
hoe nietig klein het gras

water wil ik
wassend water
omdat golven zich
heimelijk toch richting.

© JELOU


REFLECTIE



Noem mij hard
en soms autoritair
ik zal het slechts beamen

mezelf ten diepste schamen
excuses klaar en fair
aan wie getart

noem mij hard
en ik weet de klemtoon
weer eens verkeerd gesproken

spiegel mij glas doorbroken
opdat ik mij verschoond
als mens een nieuwe start.

© JELOU

SUIKERGLAS



Tijd spint draden
suikerglas
legt vager vast
naarmate jaren

je silhouet
enkel nog lijnen
in zacht verdwijnend
inkt gezet

een blikken doos
mijn heimwee-weten
waar jij versleten
mij altoos

je diepste aard
gepland in genen
die mij omheen en
opnieuw gebaard

tijd spint draden
suikerglas
maar zo jij was
blijf jij mij nader.

© JELOU






donderdag 7 mei 2015

EVEN BIJ MOEDERS



Mijn kind komt op bezoek
ik meet mijn kamer
hoek voor hoek
op centimeters ruwte

opdat wij in de luwte
van ontspannen sfeer
elkander even
blikken kunnen geven
van het is goed

geen woord genoemd
wat niet gewenst
enkel een wederzien
een knuffel daar
de rest ver uitgezoomd.

© JELOU

HET IS WAT HET IS



Laat mij twijfelen
hoe vooruit te gaan
de tijd voorradig die ik nodig

het hoort bij dat
waar mensen niet bij stil
waarbij velen enkel doorgaan
omdat dat wordt geacht

laat mij twijfelen
omdat ik zo gedacht
de tijd gevoelens oproept daar

waar ik ze klaar
en helder weer in beeld
waar ik gezegd ze reeds vergeten
een leugen voor het oog

opdat de twijfel
slechts enkel mijn betoog
en niet dat van een ander.

© JELOU

GRATIS HEEFT GEEN STATUS



Het lijkt absurd in deze tijd van crisis, maar ondanks de vele ontslagen, mensen die financieel aan de grond komen te zitten, blijkt een groot deel van ons vaderland (lees: het werkend deel) geen benul te hebben van wat het betekent om niet meer ‘aan de bak’ te komen.
Laat staan hoe het is om van de bijstand te leven. Alleen het wóórd al…….
Onder een groot deel van de bevolking is dat nog steeds een onontgonnen gebied, oftewel een ver-van-mijn-bedshow waarbij beeldvorming zo krom als een hoepel.
Helemaal bij het woord ‘vrijwilligerswerk’. Want wie werkt er nu ‘gratis….’

Raak je op je werk in gesprek met iemand die enthousiast is over de instelling en het enthousiasme waarmee het team de zaken runt, dan krijg ik regelmatig de vraag: ‘En, wat doe je in het echte leven?’ Als ik dan vraag wat ze met het echte leven bedoelen, vragen ze je wat je dan als betaalde job doet. Want zoiets als dit doe je toch niet voor je bestaan……
Vertel ze dat je niet meer aan de bak komt en dit vrijwillig hebt gekozen, en plotseling is de gespreksstof teneinde. Men kan er niet bij. Zoveel energie steken in iets dat niet betaalt.
En opeens lijkt de interesse verdwenen, terwijl er in zo’n onderling contact toch nog meer leuke zaken zijn om over te praten. Niente. Men vindt het onbegrijpelijk.

‘Dat jij niet aan de bak komt’, zei laatst een kennis die net met pensioen.
‘Nee laiverd’, zeg ik, ‘ik ben reeds te oud, al heb ik een prima CV waarmee ik overal inzetbaar ben. En zo velen met mij.’ Zij kan het niet bevatten.

Een contactsite op internet waar allerhande alleenstaande ouders elkaar hetzij virtueel, hetzij in het echt kunnen ontmoeten. Lijkt mij een leuke optie, want in de buurtsuper in mijn wijkdorp kom ik weinig mensen van mijn kaliber tegen. Dus wie weet.
Spontaan reageert er iemand en al snel volgt er een spontaan en wederzijds aangenaam schrijfcontact. Interesses en levensvisie blijken dezelfde, functies in werk evenzo, tot de ander vraagt eens iets meer te vertellen over je werk.
Zo gezegd zo gedaan. Je vertelt enthousiast over je werk, vermeldt erbij dat je helaas niet meer betaald aan het werk bent maar vrijwillig, en wat voor bevrediging dat biedt…….
En opeens wordt je mail niet meer beantwoord.
Ok, het is vakantietijd, dus die ander zal het druk hebben met zijn kind, werk of anderzijds en je wacht gewoon. Maar na een week nog geen respons.
Dan plotseling volgt er een kort mailtje van één zin: ‘we passen niet bij elkaar.’

Vreemd vind ik dat. En eigenlijk ook weer niet.
Vreemd, omdat je jezelf afvraagt wat onderling contact te maken heeft met iemands financiële situatie, want er is immers geen sprake van ‘samenleven’ of wat dan ook.
In dat laatste geval zou ik me absoluut kunnen verplaatsen in de ander. Niemand wil iemand die afhankelijk is van de bijstand. Kan ik me goed voorstellen.
Anderzijds vraag je je af wat belangrijker is: de persoon of het inkomen. Want immers: inkomen geeft zekerheid en status. Héb je iets dan bén je iemand.

Soms voel je je haast een outsider die net de Nederlandse status heeft gekregen.
Geen koophuis, geen spaargeld, geen royaal opgebouwd pensioen, geen auto, geen kids die op een hockeyclub zitten of anderzijds (alhoewel aan intellect geen gebrek), en dan ook nog eens geen betaalde baan!
Alsof je achterover geleund vanuit je luie stoel niks doet en gratis je hand ophoudt.
Godzijdank heb je dan nog bewust niet genoemd dat je bij een voedselbank loopt.
Want dan wordt het pas heftig!

Dan heb je afgedaan, word je geschaard onder de randgroepen der maatschappij.
Hopla! Beeldvorming compleet!

Hoe triest. Immens triest. En hoe onwetend en de kop in het zand.
Het kan een ieder overkomen. De beste buurman met de beste baan.
De beste ZZP-er die alle levenslust geïnvesteerd heeft in het opzetten van een zelfstandige onderneming met het beste ondernemingsplan ooit.
Het maakt niet uit.

Alleen de ‘gesettelde orde’ heeft er nog geen weet van. Waarom zouden ze ook.
Tot het moment dat ook zij op de waagschaal komen. Dan wordt het heet onder de voeten.
Dan zou de auto weg moeten en zouden ze (schande oh schande) niet meer op vakantie kunnen. Dan zouden ze meer zelf moeten koken en minder uit eten. En wat dan te doen zonder oppas…… Heftig!

Ondertussen werk ik gratis, besef ik hoezeer basale dingen van belang, gun ik iedereen de luxe die hij of zij zich kan permitteren, maar heb er zelf vrede mee dat het leven is zoals het is. En dat geeft enkel rust en daarnaast een tevredenheid, omdat het steeds maar weer lukt de maand rond te komen zonder in de schulden te staan. Mede dankzij vrienden die in hetzelfde pakket zitten. Je wordt er in elk geval zeer creatief van en houdt er daadwerkelijke vrienden aan over. Gewoon om het feit dat niemand iets te verliezen heeft. Ego’s doen er niet meer toe.
Daar overleef je niet mee.

Voor mijn kinderen hoop ik echter op een mentaliteitsverandering.
Ik kan het hendelen, maar zij…………

© JELOU








maandag 4 mei 2015

4-MEI-GEDICHT

“Wie de ogen sluit voor het verleden, is blind voor de toekomst’.


zaterdag 2 mei 2015

GOD EN DE ZEVEN DWERGEN II



De kist verbleekt je
huid perkament, witmarges
onbenut stil

blossen
wakkeren vuur in een waan,
zwijgen genoeglijk in
toonbaar verglaasd

Kijk, goed kijken!
roepen je ogen, en blikken
verruilen de
schijn van gelaten,
gehuld in vliegerpapier

Achter de kaarsen
verstomt het donker, kiert
een schaduw plooien los
en zie, je handen,
zij bidden een ladder
in hoogtevrees naar God

©  JELOU  

GOD EN DE ZEVEN DWERGEN



Als kind dacht ik
dat religie
een halszaak

dook ik onder
de psalmboekrichel
de prediker
schuldig ontziend

dacht ik de tien geboden
speciaal tot mij gericht
mijn oren stevig dicht
ontweek ik het toneel

nu ik weer mens
geloof ik
sterker dan ooit
in sprookjes.

© JELOU

RETORIEK



Waar kan het hart zich nestelen
als toevertrouwd
zich enkel uit in dat
wat Douwe Egberts immer:
de som van waardepunten

Hoe kan het hart zich uiten
in vergenoegd
als zielsverwantschap
geen enkel punt behaalt
koffie geen thee kan kruisen

Wat kan een hart zich meer nog
dan het tonen
dat ergens sterk een ziel
dat waardepunten enkel
meegenomen in het graf

waar ziel laat zich niet kisten.

© JELOU