maandag 31 maart 2014

HERNIEUWD CONTACT



De klok slaat klepelgangen
ik weet mijn bed, maar laat
de lakens mij begrijpen
dat tijd zich tijdloos meet
als woorden van belang

ik staar vergeeld behang
terwijl ik jaren luister
waarin ik part noch deel
maar zoveel is gebeurd
dat uren niet meer tellen

elk een stukje wijzer
kunnen wij beter duiden
hoe en waarom iets ging
omdat het zo moest wezen
hoe onverklaarbaar ook

de klok slaat klepelgangen
net als de telefoon
die overuren draait
het bed biedt drie uur slaaptijd
te kort, maar zeer tevreden.

© JELOU



zondag 30 maart 2014

UIT LIEFDESNAAM



Het waren haar ogen
die ongenuanceerd
blikken binnenhaalden

hij ving ze
omringde haar
met dat waarnaar zij zocht
met dat wat zij zo nodig

liefde werd de naam

hij sprak de juiste woorden
waar zij ze even kwijt
leidde haar langs paden
die zij niet durfde gaan

zij ging ze
omringde hem
zijn handen haar houvast
zijn waarheid nu de hare

liefde was de naam

dacht zij in twijfelwoorden
zo sprak hij ze weer kwijt
dacht zij zichzelf te wezen
zo prijkte zij zijn rijk

het waren haar ogen
die van de kat geen kwaad
voortaan zijn blikken vingen

geheel uit liefdesnaam.

© JELOU




vrijdag 28 maart 2014

EIGENWAARDE



Eigenwaarde
kan nimmer
verkregen
door een ander

het zou een vlucht
om bevestiging
een klampen
aan dat wat mist

eigenwaarde
herkent zichzelf
ongeacht de dag
ongeacht wat komt
of valt te verduren

het onderscheidt
wat van de ander
wat van zichzelf
samengevoegd of niet.

© JELOU

donderdag 27 maart 2014

OPGERUIMD



Korte metten
vliegen ongezouten
over de drempel

de voordeur vangt
een hoos
aan dodelijke ziektes

ik veeg ze
doelmatig weg
opdat de stoep verschoond

ergens hangt
een speekseldraad
als laatste feestguirlande

het is de tijd
voor lente
en enkel bloesemwoorden.

© JELOU

dinsdag 25 maart 2014

VOOR ELKE DAG ÉÉN



Onder welke steen
de sleutel
passend bij je streepjescode

Sesam Open U
geeft geen gehoor
het wachtwoord is veranderd

wij wrijven olielampen
tot de geest
ons wensen laat

het worden rozen
rode rozen
omdat schepen
slechts vergaan.

© JELOU

zondag 23 maart 2014

EEN HERNIEUWDE KIJK



Dertig jaren zwijgzaam leven
door die ene grote kloof
die hen uit elkander schoof
daar woorden bleven steken

Hij ontvluchtte haar ten spijt
zag haar zichzelf gevangen
onwetend haar verlangen
naar het kind dat beiden kwijt

Zij omhulde zich met muren
dacht dat hij er overheen
en zij rouwde voort, alleen,
waar hij meer overuren

Tot de dag dat hij haar belde
na een ver weekend-congres
waar hij aangaf zich de rest
der week niet thuis te melden

Overdonderd en ontdaan
sterk gekluisterd aan hun stede
waande zij zich snel zijn reden:
nieuwe liefde was ontstaan

Zij bedacht zich geen seconde
pakte tassen en besloot
heen te gaan waar hij genoot
ondanks haar straatvreeswonden

Eenmaal daar, vlak in de buurt
belde zij dat ze vlakbij
maar de juiste straatnaam kwijt
waar haar auto stond, gehuurd

Binnen no-time vond hij haar
ontdaan van al haar muren
en angsten die haar stuurden
te leven als een kluizenaar

Hij nam haar mee naar ginder
waar hij zijn dagen zinvol sleet
met slechts een tiener die geen weet
had waar geluk te vinden

Zij zag een dochter die hij ooit
gemist, waar hij voor zorgde
opdat het kind geborgen
en hij een vaderrol voltooid

Verblijd en hem weer nader
begaf zij zich met hem op ‘t pad
van een hernieuwd soort ouderschap
doch ‘t kind kende geen kaders

Het koos de vrijheid die gewend
maar bleef contacten houden
met hen die zij vertrouwde
iets wat zij nimmer had gekend

De dertig jaren eenzaamheid
waren voorgoed doorbroken
het houden van ontloken
op weg naar een hernieuwde tijd.

© JELOU





zaterdag 22 maart 2014

BITTERZOET



Bitterzoet tart tongpapillen
smaakverschillen altijd daar
hoe goed gedekt de tafel

het bord hoeft nimmer leeggegeten
bestekgebruik een vrije keus
opdat elkeen zichzelf

maar zodra het tafellaken
of zittingen van stoelen
weerzin wekken in het saâm

eigen perceptie voedsel bleekt
in ongepast verpozen
het bitterzoet verwordt tot zuur

mag de tongriem ingezet
hoe scherp zij ook van snede
daar samenzijn de boventoon.

© JELOU




  

LEGDRANG



Leg een ei
zei de haan
wil ik doen
zei de hen
maar boven in de ren
piepte luid een kuiken

Hou je koest
sprak de haan
niks daarvan
riep het jong
en met een wilde sprong
kwam het aangedoken

Op je stok
riep de haan
rustig nu
zei de hen
want onderin de ren
vloog grind naar alle kanten

‘k wil mijn ei
zei de hen
gaat ook door
sprak de haan
maar ’t komt er eerst op aan
dat rust moet wederkeren

Zo gezegd
zo gedaan
het kuiken
werd geplaatst
in ene ren ernaast
zodat een ei kon komen.

© JELOU


woensdag 19 maart 2014

DUALITEIT



Grenzen gelegd
vasthoudend aan wat woord
maar eenmaal onverwacht
armzalig voor mijn poort
laat ik weer binnen

een vinger wordt een hand
genomen en verzwolgen
met immer grote dank

Grenzen gelegd
om niet te overtreden
maar telkens weer
wanneer er nood geleden
ga ik voorbij mijn zinnen

mijn hand moet eenmaal vuist
geheven en teneinde
wat tegen mij indruist.

© JELOU

maandag 17 maart 2014

PRIJS JE WIJK



Wat het is weet ik niet, maar zodra ik het winkelcentrum nader in ons “dorp”, krijg ik haast het gevoel dat ik een bordje om mijn nek heb hangen met de tekst “praat tegen mij, ik heb het zo nodig”.
Vlak bij de ingang begint het al.

De ouwe tandloze drummer met zijn plastic bloemenkrans stopt zijn concert.
“Hé, kom eens”, hoor ik hem roepen.
Ik probeer onnozel door te lopen, maar helaas, hij roept steeds harder. Dit is duidelijk voor mij bestemd.
“Oh hoi”, zeg ik, terwijl ik op hem afstap. “Riep je mij?”
“Ja, moet je even horen hè. Jij treedt toch overal op? Nou en toen dacht ik hè, dat jij……”
Maar wat hij verder murmelt hoor ik al niet meer, want ik hoor háár alweer op mij afkomen. De scootmobiel in turbostand, zijzelf spastisch hangend over de zijleuning.
“Hallo lieverd! Alles goed met jou? Jij ziet er mooi uit vandaag. Wil jij wel een…..”.

Nee, denk ik, terwijl ik haar riedel in mijn hoofd afmaak.
….”pakje sigaretten voor mij kopen? Ik heb geen geld meer. Jij bent een mooie vrouw”.
“Helaas”, zeg ik quasi spijtig, “ik heb zelf ook haast geen geld meer.”
“Fijne avond nog, en alvast een fijn weekend”, echoot het langs me heen, en voor ik het weet zoeft ze weer weg. Naar de volgende vraagbaak.

“Da’s een halve gare”, scheldt de drumstokman, en verder gaat hij met zijn betoog.
“Ik dacht dus hè, als jij nou eens reclame voor mij kunt maken, dan kan ik ook weer eens ergens optreden. Kijk!” Hij haalt een vaag gekopieerd vodje tevoorschijn waarop een selfie inclusief een door zijn dochter met hanenpoten geschreven soort recensie.
Of ik dit mee wil nemen naar mijn optredens en dat aan zoveel mogelijk mensen wil laten lezen.
“Nou, zoveel treed ik niet meer op hoor”, probeer ik, maar hij laat zich niet van de wijs brengen. “Gewoon een paar keer kopiëren en dan deel je het gewoon rond.”
“Ik zal kijken wat ik doen kan”, hoor ik mezelf zeggen. “Maar ik moet nu gaan want ik sta op tijd en…..” Gekletter van bekkens en gekraai uit zijn murmelmond doen mijn zin verstommen.

Pfjoe. Dat ging sneller dan ik dacht. Nu linea recta naar de buurtsuper.
Ik versnel mijn pas, want links van mij staat overjarige dronken Jannes weer te lallen tussen drie grote Antillianen die hun tanden goud lachen, maar wiens blikken ik liever niet wil vangen.
Zo, eindelijk de poortjes van de Coop bereikt. Ik ben binnen.

Wat zou ik ook alweer halen…even denken.
Met mijn koelkast in gedachten poog ik te achterhalen wat ik nou zo nodig had.
Even staar ik ins Blaue hinein de winkel door, maar dat is van korte duur.
Nee hè, heb je hem weer! Zijn ogen zijn meteen op mij gericht en ik weet wat dat betekent.
Alsof ik peper in mijn gat heb sleur ik mij met mand en al naar een naastgelegen schappenstelling en gluur tussen de Bospaddenstoelensoepen door of hij mij volgt.
En ja hoor.

Nu heb ik het gehad. Dan maar geen boodschappen verder.
Met het enige object, een pak melk, haast ik mij naar de kassa. Gelukkig staan er maar twee klanten voor mij. Dat scheelt weer.
Ik wacht mijn beurt af, staar wat naar de bounties boven de loopband, tot een penetrante lucht mijn reukorgaan binnendringt. Ik herken het meteen. Ik hoef niet eens om te kijken zelfs, want een mond wasemt mij meteen al hele vraagstukken tegemoet waarin ik nou net geen zin had. Bovendien bederft het mijn eetlust.
Het is de doorgedraaide professor. Hij kwam ooit daags bij de kringloopwinkel waar ik werkte. Hele debatten begint hij tegen bekenden, zonder ophouden. Hij stelt zichzelf hardop vragen en beantwoordt ze daarna ook nog met allerlei onderbouwde feiten.
En al jaren hetzelfde overhemd met gele kraag, vunzige regenjas, waarbij je je afvraagt of dat nu een verweerd tentdoek is met knopen, en hoelang hij er al in woont.

“Koopzegels?”, vraagt de cassière vriendelijk.
Ik schrik wakker. Ze heeft mijn zuivelpak reeds gebliept.
“Nee, dank je”, zeg ik. “Sorry, ik zat even wat te navelstaren.”
Vlug grijp ik mijn portemonnee en betaal mijn product.
“Vind jij dat ook niet, dat dat hele gedoe van tegenwoordig…..”.
“Ja”, roep ik nog snel terug. “Ben het helemaal met je eens.”
En weg ben ik.

Nu alleen nog via de achterkant eruit, want anders moet ik weer langs die Poolse straatkrantvrouw die elk mens en diens boodschappen vriendelijk toelacht, maar met een blik die je meters verderop nog in je rug voelt priemen, als zou je haast wel moéten terugkeren om haar krantje te kopen uit mededogen.

© JELOU

zaterdag 15 maart 2014

VREEMD VOLK



Een dichter schuift aan bij mij aan tafel.
“Ik schrijf erotische gedichten”.
“Dat kan. Schrijf ik soms ook”.
“Ja, maar ik ben anders”.
“Hoezo anders?” vraag ik
“Nou, als je iets schrijft is dat expressie, en dan ben je trots op wat je schrijft.”
“Ken ik”, zeg ik, “maar wat wil je daarmee zeggen?”
“Dat ik de rest overstijg, want ik heb het niet constant over het landelijke leven, de mooie blauwe luchten, de zee, de wind, en al dat geouwehoer.”
“Ieder zijn ding”, zeg ik. “Hangt er vanaf wat je bezighoudt.”
“Heb jij dan niet dat je je eigen gedichten vindt overstijgen boven al de andere?”
“Nee”, zeg ik, “want er zijn dichters die ik beter vind dan mijzelf. Ondanks dat ik mijn dingen mooi kan vinden.”
“Dat kan niet”, spreekt de andere kant.

“Ben je getrouwd?” vraagt de tafeldeler in de pauze.
“Doet dat terzake”, stel ik als wedervraag.
“Nou”, zegt de ander, “een relatie geeft vaak heel wat shit, en vanuit shit kun je de beste gedichten schrijven.”
“Da’s waar”, zeg ik, “maar shit kom je altijd tegen, in welke vorm van relatie dan ook.
Daar hoef je niet eens een relatie voor te hebben. Dus waar wil je heen?”
“Sorry, dat was een domme vraag van mij” hoor ik de ander zeggen.
“Nee hoor, iets is nooit dom. Maar welk antwoord je krijgt moet je maar afwachten.”

Stilte.
“Wil je straks een wijntje met mij drinken na afloop?”
“Nee, helaas, ik rij met iemand mee.”
“Maar dan kan diegene toch wel even wachten?” is het antwoord.
“Nee”, zeg ik, “want zo werkt dat niet. Je past je aan aan degene waarmee je terug kunt rijden.”

“Zullen we ruilen?’, vraagt de erotische dichter. “Gedichten ruilen. Jij de mijne en ik de jouwe.”
“Als jou dat gelukkig maakt, prima.”
We ruilen gedichten en godzijdank is hij later alweer vertrokken.

Jemig de pemig, denk ik, die is wel erg noodruftig…..
Weer zo’n hopeloos geval.
Ik heb maar niet gezegd dat daar pillen voor zijn.

© JELOU






donderdag 13 maart 2014

INGELIJST



Open armen
een gouden rand
omheen wat lief
omheen wat ondoorwaadbaar
lijkt, doch immer bodem

een glimlach hangt
weer even aan de wand
al is het voor een dag
al is het voor een uur
ingelijst zijn beelden mooier.

© JELOU

dinsdag 11 maart 2014

RETORIEK



Als ouder
denk je veel te weten
een voorbeeld
te zijn

Des te ouder ik word
des te minder
ik weet

Het verwordt tot gissen
en uitproberen.
Zou dit nu zijn wat men
generatiekloof noemt?

© JELOU

zaterdag 8 maart 2014

ULTRAMARIJN



Hemels azuur
verweven, verfijnd

ingebed, ingelegd
met tederheid gestreken
het hart lichtend omgeven
door zacht gemarmerd karmozijn

zuiver en puur
gewonnen, omheind

onverveerd, geschakeerd
aan kleur van ieders leven
het hemels blauw een streven
naar éénwording tot kristallijn.

© JELOU


woensdag 5 maart 2014

WATERDRAGER



Zie de maan
zij weet zich kracht
het water steeds te keren

ongeacht
de stand van haar bestaan

halfrond of rond
soms geheel verduisterd
weet zij zich naam

zij doet de golven
deinen of verbreken

zet aan tot storm
of tegenslag

doch waar het nodig
weerschijnt zij nacht
om water rust te leren.

© JELOU




zondag 2 maart 2014

CHAOTISCH



De klok spreekt wartaal
zij is haar uren reeds voorbij
ik gok de tijd op overvolle kliko’s
op luiers die ernaast
geplompt zonder zich pleinvrees

Mijn sloffen turnen haast
als Annie spastisch turbo boost
haar evenzo gekromde kind
in ’t zitje van haar scootmobiel
mijn huis passeert in steevast vroeg gekrijs

Ik check mijn pokerface
spoor kuiten aan tot ren-je-rot
in spurt het zebrapad bereikt
zodat de Q-liner half in de bocht
harmonisch haaks moet stoppen

Eenmaal anderzijds
blijkt dat de klok niet slechts verward
maar evenzo mijn brein
mijn middeleeuwse phone geeft aan
dat ik niet overtijd

Goddank, denk ik, want nog een kind
wiens hoofd ik overzie
in zo een postmoderne bus
waarnaar ik zwaai, doch veel te vroeg,
is toch wel een veeg teken.

© JELOU