vrijdag 30 december 2016

TAALZIFTERIJ

Het wordt met de dag erger, de betutteling van de taal. En ik snap er geen hout van. Al mag biet hiervoor ook gebruikt worden, mits dit nog politiek verantwoord is.
Want rode biet oftewel rooie kroot, was eerdaags een scheldwoord.
Ik kan het weten want ik bloosde vroeger veel en dan riep menig klasgenoot ‘Hé, rooie kroot! Je vader is dood, je moeder is gestikt in de koffiedik!’
Daar ben ik aardig door getraumatiseerd. Maar niemand die erover repte. (en nee, geen rappen, al zou dat volgens mij dé oplossing zijn).

Dat ik er geen hout van begrijp ligt aan de voorkeursbehandeling die gegeven wordt aan de ‘slachtoffers’ die zich persoonlijk aangesproken en beledigd voelen.
Zo weet ik er ook nog honderden te noemen die echter niet op de shortlist terecht zijn gekomen.
Neem nu het woord ‘scheel’. Ik vind dat niet meer kunnen in deze tijd. Het geeft aan dat iemand een afwijking heeft aan de ogen. Oh sorry, daar ga ik al de fout in. Geen afwijking maar beperking. Alhoewel het woord beperking iets minderwaardigs schijnt te duiden, en dat is een belediging van de persoon in kwestie. Kan dus ook niet.
Wie kent niet de uitroep: ‘hé schele Mien, stop je kop in de wasmachien!’
Mijn voorstel is dan ook om het woord scheel te benoemen als ‘a-ritmisch ooggedrag.’

Maar als je verder kijkt naar de Nederlandse taal in het algemeen en de herkomst van dingen, dan moet de commissie van politieke correctheid eens naar de spreekwoorden en gezegdes kijken. Die liegen er niet om!
Neem nu de uitdrukking ‘hij heeft er een broertje dood aan’. Moordlustig gewoon! Alsof er in deze tijd niet genoeg doden vallen! Onacceptabel vind ik.
En wat te denken over ‘als het kalf verdronken is, dempt men de put’. Dat getuigt toch echt van discriminatie van boeren. Oh sorry, ik bedoel agrariërs. Als zouden die zo onoplettend zijn dat ze kalveren rustig over de deel laten huppelen, tot die de openstaande gierput inmieteren eer ze er erg in hebben. Alsof veehouders achterlijk zijn.

Als je het mij vraagt hangt er aan elk woord wel een geschiedenis of trauma.
Het woord ‘vriend’ bijvoorbeeld. Dat zou iets positiefs moeten betekenen. Oorspronkelijk wel. Maar bij bepaalde groeperingen in onze maatschappij moet je als man echt uitkijken als je als vriend wordt aangesproken. Dan is het niet te best en kun je een klap voor je kanis krijgen. Of erger nog. Zo van ‘hé vriend, wat heb ik gehoord…..BAF!’
Nu dacht ik als vervanging het woord Amigo aan te voeren, maar ook daar kleeft weer iets discriminerends aan. Amigo is een merk tas welke menig rolstoelgebruiker achterop zijn voertuig heeft hangen. Ook zoiets absurds. Alsof je, eenmaal invalidé, hiermee aan kunt tonen dat je van goede wille bent.

En of de duvel ermee speelt: gisteren kwam dit onderwerp bij mij thuis ter sprake toen er wat visite was, en, terwijl de tv nog aan stond, kwam er een aankondiging van een sprookje, genaamd ‘Sneeuwwitje en de zeven kleine mensen’.
Daar zakte mij de broek bijna spontaan van af, al zat ie door de kerstdagen reeds knap gespannen. Hoe ver gaat dit????!!
Met dwergen is niets loos. Het is een soort van ondermaatse groei. So what?! De hele filmindustrie is ervan vergeven in fantasy-films. Net als reuzen, trollen, enz.
Trouwens, over ondermaats gesproken, wat is erger: ondermaatse groei of ondermaats gedrag? (de ondermaatse vis uitgezonderd, want die wordt veelal weer teruggegooid in zijn thuiswater).

Betutteling van de taal. Een rariteit op zich. Men kan er een kabinet mee vullen.
Het begon echter al een kleine veertig jaar geleden. Toen ik nog een opleiding volgde m.b.t. zwakzinnigen (OEPS!). Daar leerde je als student dat er drie gradaties waren: debiel, imbeciel en idioot. OEI OEI!!!
Al snel daarna werden die benamingen afgekeurd. De reden staat mij niet meer bij, maar dat we die woorden als tiener gebruikten om een nogal neanderthalerig iemand mee aan te duiden, was een feit.
In deze tijd zouden we zo iemand benoemen als autist of nerd.
Maar de hernieuwde naam ervoor is ‘vlinderkind’, of liever nog ‘paradijsvogel’.

Ik zou zo zeggen: laat ze fladderen. Over een decennium is er weer een nieuwe focus.
Hopelijk een realistischer.
Maar des te meer iets verboden wordt, des te grager het wordt verwoord.


© JELOU 

woensdag 28 december 2016

ZO MAN ZO VROUW

Oh schat, wat staat die eyeliner jou onbederflijk mooi
Het geeft je blik wat oosterse accenten
Nog nooit zag ik jou zo waarachtig vrij nu jij ontkooid
de spiegel lonkt met nieuwe elementen.

Je tracht wat rouge en verduld, ik ben niet eens verbaasd
Het toont mij dát wat innerlijk verborgen
Ooit wijdden wij ons man- en vrouwzijn in een diep relaas
doch eensgezind delen wij alle zorgen.

Ik ben een vrouw die rationeel gezien een man kan zijn
al zal gevoel mijn evenwicht bewaken
Jij bent een man die qua emoties immer zeer verfijnd
doch met het ratio een keus zal maken

Dus schat, geef mij die eyeliner nou eindelijk eens door
dan kun jij als je wilt mijn lipstick lenen
Het scheerschuim delen wij al jaren sinds de haargroei voort
enkel het mes koop ik voor eigen benen.


© JELOU

woensdag 21 december 2016

SNELSCHAAK-AVOND

Ze hebben schik
al klinkt het woord
zwart-wit gespeeld belegen.

Schaakklokken klikken sneltreinhaast
adrenaline waardig
een plotse kuch toont zich misplaatst
mimiek onthult gestadig
dat hier het paard ietwat ontspoord.

Koortsachtig tracht een breindomein
zich meester van de dame
doch tegenstand blijkt sterk omlijnd
laat stilte zetten ramen
nog voor de klok zijn zet doorboort.

Plots schalt er ‘KUT’!!
Zo klinkt het woord
als men geen vrouw verkregen.


© JELOU

dinsdag 6 december 2016

DE GROOTSTE FARCE: PASSEND ONDERWIJS

Je zult het maar hebben. Een jarenlange diagnose die niet klopt.
En middelbare scholen die het titeltje niet begrijpen en een plan van aanpak maken die niet van toepassing is. Zo blijkt.
Een huiswerkklasje na schooltijd waarin je leert structureren, een agenda leert beheren en zo een overzicht kunt houden.
Beneden alle peil, want dat kun je juist heel goed.
Je werd hoog ingeschaald in het basisonderwijs, omdat je alles ervaarde als herhaling.
Niet dat je leerde leren, maar enkel ingeschat werd door een CITO en de meetellende samenwerkingsprojecten binnen een groep .En niet te vergeten je analyserend vermogen.
Oké, je bent geen prater, maar áls je wat zegt snijdt het hout.
Absoluut Gymnasium dus.
Het eerste jaar ging redelijk. Het tweede was te zwaar. Motivatie verdween en slechte cijfers werden een feit. Hmmm….lastig.
Optie: een niveau lager. HAVO dus. Dat zou de druk verminderen en dit zou haalbaar zijn.
Op zoek dus naar een passende school.
En eindelijk gevonden, al bleek de klas met het juiste niveau vol.
Oké, dan nóg een stapje lager. En nog wel met intensieve begeleiding. Oftewel: een speciale klas.
Niet dat er die twee jaren daar begeleiding aanwezig was, maar toch: hoge cijfers werden behaald. Enkel de concentratie werd al snel minder door een te drukke klas en docenten die die geen verstand bleken van orde houden.
Achteraf gezien ook niet onlogisch, want in die tussentijd veranderde de school van ‘speciaal onderwijs’’ naar Montessori. De nog ietwat bekwaamde docenten werden al snel vervangen door andere.
Nieuwe optie: doorstromen binnen dezelfde school naar regulier onderwijs. Alhoewel op een andere locatie.
In eerste instantie onmogelijk, want zoiets gebeurde nooit binnen het schoolsysteem.
Maar na een lang gevecht werd een uitzondering gemaakt.
Je kon doorstromen en, met het inschakelen van een leerplichtambtenaar zou alles goedkomen. Geweldig!
Alleen liep je oude school zeker een leerjaar achter met het reguliere, maar daar zouden we nader over horen. Niente.
Dus wachten op berichten om kennis te maken met de nieuwe school.
Ook niente. Maar alles zou goedkomen.
Het nieuwe schooljaar starten met niks dan onzekerheid.
Je bent aanwezig op de dag dat boeken uitgedeeld worden, maar niemand kent je.
Je hebt een pakket gekozen waarvan je niet weet of het past, maar begeleiding daarin was er niet. Dus de boeken maar halen, al weet je al dat dit niet hét pakket is. Dus ook niet in welke klas je komt. Ze zullen het wel zien.
Een overdracht van de oude school is uitgebleven.
Je gaat naar de nieuwe school. Lessen kun je nauwelijks volgen, de helft begrijp je niet en je voelt je vreselijk afgaan. Je durft niet aan te geven dat je weinig begrijpt, al geef je wel aan in een gesprek met de betreffende mentor dat je je niet op je gemak voelt.
Hij is vertrouwd voor jou, en denkt dat het wel meevalt. Alles komt goed. Kwestie van wennen.
Maar uiteindelijk went niets. Erger nog: je neemt lesstof niet op, kunt huiswerk niet maken en alles wordt een grote brij aan ellendig-voelen en je nergens meer op kunnen concentreren.
En jij kunt niet onder woorden brengen hoe dat komt. Je snapt er zelf niets van.
Resultaat: depressie en niets meer willen.
Dan volgt een kreet om hulp. Je weet het niet meer.
En verduld: er kómt direct hulp. Reden: te groot verzuim, dus acuut geval.
Intensieve thuishulp wordt geboden, met als advies: school even laten voor wat het is, en meteen sleutelen aan het eigen ik. Met als start een nieuwe diagnostiek uitvoeren.
En het resultaat komt er. Doch een heel ander plaatje dan gedacht.
Waar Gymnasium te hoog gegrepen.
Maar de thuishelper blijkt positief en herkent je problematiek.
Dus school wordt benaderd. Gesprekken gevoerd voor een Plan van Aanpak.
Dit blijkt op school onmogelijk. De enige optie blijkt iets individueels, al moet de concrete uitvoering nog besproken worden.
Je kunt voorlopig niet meer op je nieuwe school terecht door je grote achterstand. Verzuim lijkt de reden, echter vergeet men de achterstand die je al had toen je je aangemeld had.
Dat blijft in de doofpot.
Wat er overblijft is een ‘voorstel’ om elders individueel les te krijgen met daarnaast hulpverlening (God moge weten wat).
Het is een VOORSTEL, maar meteen wordt door de school aangegeven dat, als je weer op ‘niveau’ bent, en je terug mocht willen keren, je nooit meer verzuim mag hebben.
Dit alleen al legt zo’n grote druk op alles dat je niets meer ziet zitten.
En nu wacht je op het uitvoerige verslag van de school middels de thuishulpverlener.
Die meteen ook voor het laatst is, al begreep die jou helemaal.
De hulp wordt nu geboden bij de instantie zelf, maar niet zo intensief als je zou willen.
Er blijkt nogal een verschil in communicatie tussen thuishulpverlener en hoofdbehandelaar binnen de instantie, waar je nu onder valt.
En alles begint van voor af aan.
Het vragenvuur vandaag was een herhaling van wat er thuis ook al gedaan was.
Maar jij moet wél vóór de vakantie beslissen of je het eens bent met het voorstel om (weer) elders onderwijs te gaan volgen, samengaand met een wekelijks bezoekje aan de hulpinstelling.
Maar eigenlijk weet je het niet meer.
Behalve één ding: je wilt niet opnieuw verkassen. En zeker geen individueel onderwijs volgen, omdat je dan klasgenoten mist. Eenzaam ben je inmiddels al.
© JELOU

zondag 4 december 2016

KINDEREN KUNNEN WIJZER

Hij telt hoge scores
op het raamwerk
binnen in zijn hoofd

stelt eisen samen
waarmee hun toekomst
absoluut gewaarborgd
daar waar hij gefaald

zo hij denkt, zo het hoort.

Doch zij, zij weten
hun paden geplaveid
naar dat wat hún vermogen

het eigen inzicht
binnen in hun hoofd
de allerhoogste score
die maar kan behaald

zo zij doen, zo hij zucht.


© JELOU