Mijn buurman lijdt aan staar
ik zie het aan de kurklaag
om zijn gesteven kaken
er vallen barsten in zijn
schoot
hij vangt te weinig licht
zijn Roomse tong beslagen
wauwelt hij ouwelwoorden
vanuit zijn doorzonbed
het Sacrament der Heiligen
preekt hij naar
schaduwzijden
waar buiten coniferen hoog
misdienaren gelijk
een dove stilte kerft mijn
muur
ik mis een ademnoot
de televisie blijkt verstomd
tweestemmige castraten
ontbreken mijn decor
mijn buurman is gegaan
ik zie het aan het dekzeil
dat wappert boven wielen
mijn buurvrouw is verlost
ik gun haar vrijheid in
contact
en mij een kapvergunning.
© JELOU
Geen opmerkingen:
Een reactie posten